|
|
|
|
Als u leest
dat er een woning onder water staat, denkt u wellicht gelijk aan
een overstroming of een lekkage. De term onder 'onder water staan'
wordt echter ook gebruikt als de lening die men voor de aankoop van
een woning is aangegaan, meer bedraagt dan de waarde van die
woning. Zolang men geen plannen heeft om te verhuizen of niet door
omstandigheden gedwongen wordt om te verhuizen, is er niet veel aan
de hand. Extra aflossen op de lening kan de waterstand verlagen.
Een andere optie is om rustig te blijven zitten en te wachten tot
het hoge water wegtrekt.
De crisis en
de daarmee samenhangende waardedaling van woningen heeft er voor
gezorgd dat er behoorlijk wat mensen met een woning zitten die
onder water staat. Als men dan gaat scheiden, werkloos wordt, een
andere baan heeft of wil verhuizen omdat er gezinsuitbreiding komt,
zijn de problemen direct voelbaar. De fiscaliteit speelt hierbij
ook een behoorlijke rol. De schuld die men aangaat voor de aankoop
van een woning, wordt aangeduid als eigenwoningschuld. In de wet
staat dat de rente die men voor deze lening betaalt, fiscaal
aftrekbaar is. Als de betreffende woning echter wordt verkocht en
de verkoopopbrengst onvoldoende is om die schuld af te lossen, kan
de resterende schuld niet meer worden aangemerkt als
eigenwoningschuld. Deze wordt dan geherkwalificeerd als
consumptieve of box 3 schuld. Dit leidt er toe dat de verschuldigde
rente niet meer fiscaal aftrekbaar is.
De wetgever
heeft gemeend om een helpende hand toe te moeten steken. Zij heeft
bepaald dat de rente van de schuld die na verkoop van een eigen
woning resteert, toch aftrekbaar is. Dit geldt overigens alleen
voor restschulden op woningen die zijn vervreemd (dat is pas na
overdracht bij de notaris en niet na het tekenen van de
[ver]koopovereenkomst) in de periode van 29 oktober 2012 tot en met
31 december 2017. De rente mag voor een periode van maximaal 10
jaar in aftrek worden gebracht. Dus als de restschuld ontstaat door
een vervreemding op 13 mei 2015, dan mag de rente over die
restschuld uiterlijk tot 13 mei 2025 worden afgetrokken.
De restschuld
wordt niet aangemerkt als eigenwoningschuld. Dat betekent dat er
vanuit fiscaal oogpunt geen jaarlijkse aflossingsverplichting
bestaat. Omdat de rente van de schuld in mindering mag worden
gebracht bij het bepalen van het te belasten box 1 inkomen, maakt
de restschuld geen deel meer uit van de grondslag voor de
vermogensrendementsheffing (box 3). Hoewel de rente aftrekbaar is,
kan het hebben van een restschuld wel tot problemen leiden als men
een andere woning wil kopen. Op grond van de gedragscode moet de
bank rekening houden met de financiële lasten die de restschuld met
zich meebrengt. Hierdoor wordt de leencapaciteit voor de nieuwe
woning lager.
Om mogelijke
problemen in de toekomst te voorkomen, kan het vervroegd aflossen
van een deel van de eigenwoningschuld een interessante optie zijn.
Alvorens dat te doen, moet goed gekeken worden of dit geen andere
(ongewenste) gevolgen heeft.
. . . terug naar boven
|
Minder angst
voor onverwachte schulden uit erfenis
Voor veel mensen is het krijgen van een erfenis (los
van de daaraan voorafgaande minder prettige omstandigheid) een
aardige opsteker. In de praktijk wordt een erfenis vaak 'zuiver'
aanvaard. Dat kan al het geval zijn als men bepaalde handelingen
verricht, zoals het leeghalen van de woning van de erflater, maar
het kan ook met een verklaring. Bij zuivere aanvaarding van een
erfenis verkrijgen de erfgenamen alle goederen, maar ook alle
schulden uit de nalatenschap. Bevat een erfenis meer schulden dan
bezittingen, dan moeten de erfgenamen die schulden toch aflossen.
In deze voor de huizenmarkt ongunstige tijden is de kans zeker niet
denkbeeldig dat een hypothecaire schuld hoger is dan de
uiteindelijke opbrengst van de woning.
Een dergelijke zogenaamde negatieve erfenis kan worden
voorkomen door een nalatenschap beneficiair te aanvaarden. De
erfgenaam verklaart dan dat hij enkel de erfenis wil hebben voor
zover er iets is overgebleven nadat alle schulden uit de boedel
betaald zijn. Het privévermogen van de erfgenaam hoeft dan nooit te
worden aangesproken voor de schulden van de erflater.
Met een aanpassing van de wet wil men in de toekomst
aan erfgenamen de mogelijkheid geven om achteraf de rechter te
verzoeken de nalatenschap alsnog beneficiair te aanvaarden, zodra
blijkt dat er onbekende schulden in de boedel zitten. Het moet dan
wel om een eerder nog niet bekende schuld gaan. Indien de erfgenaam
beter had moeten opletten, zal de rechter ook onder de nieuwe wet
geen helpende hand kunnen bieden.
. . . terug naar boven
|
|
|
|
|
Kleine
ondernemer maakt nauwelijks gebruik van subsidie voor innovatie of
duurzaamheid
Kleine ondernemers laten veel geld liggen. 85 procent
van de mkb'ers die investeren in innovatie of duurzaamheid betaalt
de investering onnodig helemaal zelf. Van subsidies voor innovaties
maakt slechts 3 procent van de ondernemers gebruik, voor duurzaamheid
2 procent. Dit blijkt uit een onderzoek onder 1153 mkb'ers,
merendeels zzp'er of werkgever van 2 tot 5 werknemers.
. . . lees
verder op Internet
|
Nieuwe vragen over het 6%-tarief bij renovatie
Het
btw-tarief voor renovatie van woningen en het aanleggen en
onderhouden van tuinen is tijdelijk verlaagd naar 6%. De
staatssecretaris heeft nieuwe vragen van brancheorganisaties
hierover beantwoord. Via de onderstaande link kunt u de volledige
tekst van het besluit lezen.
. . . lees verder op Internet
|
Zwartspaarders vrijuit omdat fiscus weigert identiteit
verklikkers te onthullen
Honderden
zwartspaarders lijken vrijuit te gaan, omdat de Belastingdienst
weigert de identiteit van hun verklikker te onthullen. Hierdoor
kunnen rechters besluiten boetes en zelfs navorderingsaanslagen te
vernietigen. Dit meldt De Telegraaf. De krant baseert zich op een
nog niet gepubliceerd advies van de advocaat-generaal aan de Hoge
Raad, in de zogeheten ‘tipgeverszaak’ uit 2009. Hierin gaf een
anonieme tipgever de Belastingdienst tegen betaling informatie over
honderden Nederlandse zwartspaarders met een geheime bankrekening.
. . . lees
verder op Internet
|
Akkoord over wegenbelasting voor oldtimers
De afspraken
uit het regeerakkoord over motorrijtuigenbelasting voor oldtimers
worden versoepeld. Dat is het gevolg van een akkoord dat
staatssecretaris Frans Weekers heeft gesloten met een aantal
brancheverenigingen die de belangen van eigenaren van oldtimers
vertegenwoordigen.
De
leeftijdsgrens voor belastingvrije benzineauto's gaat naar 40 jaar.
Voor benzineauto's ouder dan 26 jaar komt er een zogeheten
'kwarttarief', met een maximum van 120 euro per jaar. Ze mogen dan
alleen in de winter niet rijden. Diesels en lpg-auto's zijn
uitgezonderd van het kwarttarief. Verder komt er een
overgangstermijn voor personen- en bestelauto's die rijden op
benzine, voor motorfietsen, bussen en vrachtauto's ouder dan 26
jaar. Diesels en lpg-auto's krijgen geen overgangsregeling. Wel
gaat ook hier de leeftijdsgrens naar 40 jaar.
. . . lees
verder op Internet
|
Ondanks gebrekkige rittenadministratie toch geen
bijtelling privégebruik auto
Gerechtshof
Den Haag heeft geoordeeld dat een werknemer heeft bewezen dat hij
zijn auto niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden heeft
gebruikt, dit hoewel de rittenadministratie niet aan alle vereisten
voldoet. De werknemer verschilt met de inspecteur van mening over
de bijtelling voor privégebruik van een aan hem ter beschikking
gestelde auto. Hof Den Haag oordeelt dat de man heeft bewezen dat
hij zijn auto niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden
heeft gebruikt, dit hoewel de rittenadministratie niet aan alle
vereisten van de Uitvoeringsregeling IB 2001 voldoet. Voor het hof
is het voldoende dat een administratie in combinatie met andere
bewijsmiddelen ten minste zodanig sluitend is dat daaruit eenduidig
kan worden afgeleid hoeveel kilometers met de auto zakelijk en
privé is gereden. In de administratie van de werknemer staan de plaatsnamen
vermeld, maar er ontbreekt een vermelding van de volledige begin-
en eindadressen.
. . . lees
verder op Internet
|
Oninbare vorderingen en BTW
Elke
ondernemer loopt er wel eens tegenaan: je hebt je noeste arbeid
verricht, je dienst of product geleverd, hiervoor een factuur
gestuurd, netjes de BTW afgedragen en nu betaalt de debiteur niet.
Niet alleen is dit vervelend, maar ook het feit dat over deze
factuur de BTW al is afgedragen. Gelukkig heeft de wetgever aan
deze situatie gedacht. Als de factuur, waarvan de daarin vervatte
BTW al is afgedragen, niet is en niet zal worden betaald, kan de
ondernemer die deze factuur heeft uitgereikt om teruggaaf van de
BTW verzoeken.
Het gaat
hierbij om vorderingen die geheel of gedeeltelijk oninbaar zijn.
Met deze wettelijke regeling wordt voorkomen dat de alsdan teveel
afgedragen BTW (de facturerende ondernemer heeft de factuur immers
niet betaald gekregen, maar de BTW hierop wel afgedragen) drukt op
de facturerende ondernemer in plaats van op zijn afnemer. Een
factuur kan om allerlei redenen onbetaald blijven. In de meeste
gevallen zal sprake zijn van liquiditeitsproblemen bij de debiteur
of faillissement.
. . . lees
verder op Internet
|
|
|
|