|
|
|
|
Btw en onbetaalde rekeningen
De btw is een
belasting op de consumptie van goederen en diensten door
particulieren. Deze belasting wordt echter geheven bij de
ondernemers, die voor de staat als onbezoldigde belastingontvangers
fungeren. Een ondernemer die aan zijn klanten btw in rekening
brengt, kan de aan hem in rekening gebrachte belasting terugvragen
van de fiscus of verrekenen met de af te dragen belasting. Per
saldo draagt hij btw af over zijn toegevoegde waarde. Voor de af te
dragen en af te trekken btw is de factuur beslissend. Ondernemers
moeten de gefactureerde btw afdragen, ook al is deze nog niet
betaald. Helaas komt dit laatste door de verslechterende economie
steeds vaker voor. Maar wat gebeurt er als de factuur uiteindelijk
onbetaald blijft? Blijft de ondernemer dan met de gebakken
btw-peren zitten? Nee, gelukkig niet. Deze btw kan hij terugvragen.
Hiervoor moet de
ondernemer gebruik maken van een van de site van de Belastingdienst
te downloaden formulier. Het is verstandig dit verzoek regelmatig
te doen, bijvoorbeeld eens per half jaar. De Belastingdienst stort
het bedrag dan meestal snel op uw rekening. Soms wordt gevraagd
naar bewijs dat de facturen niet betaald zullen worden. U geeft dan
bijvoorbeeld aan dat u bij kleine facturen na twee aanmaningen geen
verdere incassomaatregelen neemt. Als het om grote bedragen gaat,
zou u kunnen verwijzen naar het faillissement van de klant. De
fiscus kan dan vragen om een verklaring van de curator in dat
faillissement dat er naar verwachting niets op de factuur zal
worden betaald.
Sommige ondernemers
sturen een creditfactuur als zij verwachten dat de klant niet zal
betalen. De btw over een creditfactuur kan in principe zonder
verzoek worden verrekend met de af te dragen btw. Deze handelwijze
is echter niet geoorloofd. Een creditfactuur mag alleen als de
prijsvermindering of restitutie met de klant is overeengekomen.
De ondernemer kan
onbetaald gebleven btw dus van de fiscus terugvragen. De keerzijde
van deze medaille is dat de ondernemer die btw heeft afgetrokken
maar de factuur niet betaalt, voor dit bedrag een naheffing van de
Belastingdienst krijgt. Ondernemers die vanwege een slechte
financiële situatie facturen niet betalen, kunnen hierdoor nog
verder in de financiële moeilijkheden raken.
. . . terug naar boven
|
Incassokosten, rente en betalingstermijnen
Vanaf 1 juli geldt
een maximum aan de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten
en gaat de wettelijke rente voor niet-handelstransacties omlaag.
Vanaf 1 januari 2013 worden betalingstermijnen wettelijk
vastgelegd.
Per 1 juli 2012 is
de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten in werking
getreden. In deze wet is bepaald dat buitengerechtelijke
incassokosten als een percentage van het verschuldigde bedrag
worden berekend. Bovendien is een minimale èn maximale vergoeding
opgenomen. Op deze wijze wordt voorkomen dat schuldeisers te hoge
incassokosten opleggen aan schuldenaren.
Voortaan zullen
schuldeisers verplicht zijn eerst een aanmaning te sturen voordat
incassokosten in rekening mogen worden gebracht. Schuldenaren
krijgen daardoor extra de tijd om aan de vordering te voldoen.
Blijft de betaling uit, dan mag de schuldeiser het minimumbedrag
van 40 euro in rekening brengen of (als dat meer is) 15% over de
eerste 2.500 euro die te laat betaald is. Over de volgende 2.500
euro mag 10% in rekening worden gebracht. Vervolgens wordt het
percentage incassokosten steeds lager naarmate de vordering
toeneemt. Het maximumbedrag dat een schuldeiser mag verhalen is
6.775 euro. Hierin zijn de kosten van een extern incassobureau
begrepen.
De incassokosten
mogen straks in rekening worden gebracht voor elke factuur die
onbetaald blijft zover het duurovereenkomsten betreft, zoals huur,
energie en de kabel. Doet de schuldeiser dat niet, dan moeten de
openstaande vorderingen worden gestapeld en mag er alleen op basis
van de hoofdsom kosten in rekening worden gebracht.
Wanneer het
vorderingen tussen bedrijven onderling betreft, kunnen zij
afwijkende afspraken maken over de hoogte van de incassokosten.
Als er contractueel
niets wordt vastgelegd, moet binnen 30 dagen na de factuurdatum
worden betaald. In de overeenkomst mag een langere betaaltermijn
van maximaal 60 dagen worden afgesproken. Een betalingstermijn van
langer dan 60 dagen is alleen toegestaan als aangetoond kan worden
dat dit voor geen van beide partijen nadelig is.
De wettelijke rente
voor niet-handelstransacties gaat omlaag van 4% naar 3%.
. . . terug naar boven
|
|
|
|
|
Dinsdag 18
september zijn de kabinetsplannen bekend gemaakt voor 2013. De
plannen zijn afkomstig van het demissionaire kabinet-Rutte,
gebaseerd op het eerder gesloten Lenteakkoord. Wat betekenen de
plannen voor u als ondernemer?
Meest opvallende
maatregelen:
- Meer toegang tot
financiering
- Belastinplan 2013
- Btw-verhoging per 1
oktober 2012
- Hervorming
ontslagrecht en WW
Of deze en alle
andere maatregelen doorgaan, is mede afhankelijk van de
kabinetsformatie en het regeerakkoord. Ook is goedkeuring nodig van
de Eerste en Tweede Kamer. Voor de meeste maatregelen zal pas
komende maanden blijken of en zo ja in welke vorm zij in werking
treden.
. . . lees verder op Internet
|
Vermindering overdrachtsbelasting bij doorverkoop
Staatssecretaris
Frans Weekers van Financiën geeft zowel particulieren als
ondernemers die (noodgedwongen) hun woning of bedrijfspand moeten
doorverkopen fiscaal een steuntje in de rug.
Vanwege de huidige
stagnerende vastgoedmarkt kan onvoldoende gebruik worden gemaakt
van de mogelijkheid om bij doorverkoop van een woning of
bedrijfspand een vermindering van de overdrachtsbelasting te
claimen. Om de gehele vastgoedmarkt tegemoet te komen, heeft
staatssecretaris Weekers besloten de termijn waarin deze vermindering
geclaimd kan worden, tijdelijk te verlengen van 6 naar 36 maanden.
De tijdelijke
maatregel is een steuntje in de rug voor bijvoorbeeld particulieren
die hun woning door moeten verkopen in geval van scheiding of
wanneer zij een bestaande woning hebben gekocht en toch willen
doorstromen naar een nieuwbouwwoning. Voor stellen die vlak na
aankoop van een woning uit elkaar gaan, betekent dit dat zij nu
meer tijd krijgen om tegen gunstigere voorwaarden de woning weer
door te verkopen. Als de woning binnen 36 maanden wordt
doorverkocht, hoeft de koper alleen over de meerwaarde en eventueel
andere vergoedingen overdrachtsbelasting te betalen.
. . . lees verder op Internet
|
Overgangsregelingen bij de btw-verhoging naar 21%
Het algemene
btw-tarief wordt per 1 oktober 2012 verhoogd van 19% naar 21%. Hier
leest u wanneer u het nieuwe tarief toepast, en wanneer het oude
tarief van 19% nog geldt.
U past het nieuwe
21%-tarief toe voor goederen en diensten die u levert vanaf 1
oktober. Bepalend is de leveringsdatum en dus niet de factuurdatum.
Levert u de goederen of diensten vóór 1 oktober 2012? Dan moet u
19% btw in rekening brengen, ook al factureert u ná 30 september
2012.
. . . lees verder op Internet
|
Belastingaangifte eenvoudig te wijzigen
Het wijzigen van de
jaarlijkse belastingaangifte nadat u hem heeft ingediend wordt een
stuk eenvoudiger. In plaats van een briefwisseling met de
Belastingdienst, kan een wijziging in de toekomst met één druk op
de knop via een elektronische brievenbus worden doorgegeven. Dat
scheelt op jaarbasis al gauw 10 miljoen blauwe enveloppen.
Goedwillende
belastingplichtigen krijgen bovendien binnen drie maanden
duidelijkheid over hun aanslag – dat is aanzienlijk sneller dan nu.
Voor belastingplichtigen die de fiscus oplichten, wordt de
navorderingstermijn echter fors verlengd, van 5 naar 12 jaar.
. . . lees verder op Internet
|
Geen verjaring van aansprakelijkheid bestuurder bv
Rechtbank Arnhem
heeft op 18 september geoordeeld dat er geen wettelijke bepaling is
die belet dat een bestuurder van een bv nogmaals voor dezelfde
belastingschuld aansprakelijk wordt gesteld, alsmede dat het recht
tot invordering van de aanslag en daarmee de
aansprakelijkheidsschuld nog niet is verjaard.
De bv heeft onder
verantwoordelijkheid en leiding van de bestuurder onder meer geen
dan wel te weinig privé-gebruik auto aangegeven en btw op valse
facturen als voorbelasting in aftrek gebracht. In geschil is of de
bestuurder door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor
de btw-naheffingsaanslag die in 2004 aan de bv is opgelegd. De
beschikking aansprakelijkstelling uit 2006 is door de rechter in
juni 2011 vernietigd, omdat de bv niet in gebreke was, althans
omdat de aansprakelijkstelling onredelijk prematuur was. De
ontvanger laat het hier niet bij zitten en stuurt de bestuurder in
september 2011 alsnog een kennisgeving 'voornemen aansprakelijk
stellen voor vergrijpboete'. Volgens de bestuurder is de aanslag
inmiddels verjaard en is de nieuwe aansprakelijkstelling dus niet
meer mogelijk.
. . . lees verder op Internet
|
|
|
|