| 
             
           | 
          
          
          
           | 
          
          
             
           | 
          
          
         
          
        
         
          | 
             
           | 
          
          
             
          
           
            
            
            Medische vrijstelling btw beperkt 
             
              
            
            De omzetbelasting,
            ook wel btw genoemd, richt zich op de consumptie van goederen en
            diensten. Er geldt een hoog tarief van 19% en een laag tarief van
            6%. Het lage tarief geldt voor allerlei primaire levensbehoeften.
            Het hoge tarief wordt met ingang van 1 oktober 2012 verhoogd tot
            21%.  
             
              
            
            Er gelden in de btw
            allerlei vrijstellingen, zoals voor banken en verzekeraars. Ook
            voor medische diensten geldt een vrijstelling. Deze vrijstelling
            houdt in dat de ondernemer geen btw in rekening hoeft te brengen,
            maar ook geen btw in aftrek kan brengen of terug kan vragen.
            Sommige medici zullen hun btw-vrijstelling kwijtraken.  
             
              
            
            Wat is er aan de
            hand? Nederland moet met zijn btw-wetgeving rekening houden met
            Europese randvoorwaarden. Dit heeft te maken met voorkoming van
            concurrentievervalsing. De Europese commissie heeft Nederland op de
            vingers getikt, omdat onze medische vrijstelling te ruim is
            vormgegeven. Het eerste voorstel om de Nederlandse regeling
            EU-conform te maken, dateert al van 2008 en zou in 2009 ingaan.
            Naar aanleiding van protesten uit de sector is de invoering een
            aantal malen uitgesteld, maar op 1 januari 2013 gaat de nieuwe
            regeling dan eindelijk in. Met ingang van 1 januari 2013 wordt de
            medische vrijstelling beperkt tot (para)medische diensten door
            BIG-geregistreerden, voor zover de diensten tot het
            deskundigheidsgebied van het beroep behoren en onderdeel vormen van
            de opleiding. De afkorting BIG staat voor Beroepen in de
            Individuele Gezondheidszorg.  
             
              
            
            Het voorgaande
            leidt ertoe dat de vrijstelling per 1 januari 2013 vervalt voor
            complementaire (para)medische handelingen door alternatieve
            genezers, fysiotherapeuten, zoals acupunctuur of osteopathie.
            Verder kunnen worden genoemd psychologen met een NIP-registratie,
            de NVO basis-orthopedagoog, de LVE-eerstelijnspsycholoog, de
            cognitief gedragstherapeut, de ECP-therapeut en psychologen met een
            HBO-opleiding, pedagogen en chiropractoren.  
             
              
            
            De getroffen
            dienstverleners zullen hun tarieven moeten verhogen met als gevolg
            dat sommige cliënten zullen afzien van de desbetreffende
            behandeling. Als zo'n dienstverlener ervoor kiest zijn tarieven
            gelijk te laten, zal dat ten koste gaan van de winst. Zo'n keuze is
            rationeel als de dienstverlener inschat dat zijn klanten niet
            bereid zijn het hogere tarief (inclusief btw) te betalen. Een
            kleine pleister op de btw-wonde is dat de desbetreffende
            ondernemers de hen in rekening gebrachte btw, bijvoorbeeld van de
            accountant, kunnen verrekenen. 
             
             
            . . . terug naar boven 
             | 
            
            
           
            
          
           
            
            
            Bijleenregeling en partners 
             
              
            
            De bijleenregeling
            blijft onverwachte situaties opleveren. Zoals bij fiscale partners.
            Even ter herinnering: de bijleenregeling houdt in dat de overwaarde
            (eigenwoningreserve) bij de verkoop van een eigen woning geacht
            wordt te worden geïnvesteerd in een nieuwe eigen woning als die
            binnen drie jaar wordt aangeschaft. Voor dit bedrag is de schuld
            voor de nieuwe eigen woning geen eigenwoningschuld, zodat er geen
            renteaftrek is. Om misbruik tussen partners te voorkomen is ook
            bepaald dat de eigenwoningreserve van de ene partner moet worden
            gebruikt als de andere partner de nieuwe woning koopt. Tot 1
            januari 2011 werden met partners gelijkgesteld personen die een
            gezamenlijke huishouding hadden. De anti-misbruikbepaling gold dus
            ook voor samenwonende niet-partners. 
             
              
            
            Op 1 januari 2011
            is het fiscale partnerbegrip ingrijpend gewijzigd. Samenwonenden
            kunnen niet meer kiezen voor het fiscale partnerschap zoals voor
            die tijd wel kon. Er is sprake van partnerschap voor samenwonenden
            als is voldaan aan een van de volgende criteria:  
             
            
            
             - u heeft een
                 notarieel samenlevingscontract gesloten; of
 
             - uit uw relatie is
                 een kind geboren; of
 
             - u heeft een kind
                 van de ander erkend; of
 
             - u bent voor de
                 toepassing van de pensioenregeling aangewezen als partner; of
 
             - u bent gezamenlijk
                 eigenaar van een woning die u tot hoofdverblijf dient (onder
                 eigendom wordt hierbij ook verstaan de economische eigendom of
                 een lidmaatschap van een coöperatie) of;
 
             - vanaf 1 januari
                 2012: u woont samen met een ander op hetzelfde adres en op dat
                 adres woont ook een kind van een van u beiden (samengesteld
                 gezin).
 
             
             
              
            
            Wie vorig jaar
            partner was, is dat dit jaar ook als beiden nog op hetzelfde adres
            ingeschreven staan. 
             
              
            
            Terug naar de
            bijleenregeling. Voor 1 januari 2011 konden samenwonenden kiezen
            voor het partnerschap. Als na 1 januari 2011 niet werd voldaan aan
            een van bovenstaande voorwaarden, was ineens geen sprake meer van
            partnerschap. En de anti-misbruikbepaling, die alleen geldt voor
            partners, is ineens niet meer van toepassing. Dus als Jaap in een
            huis dat van hem is, samenwoont met Tineke, zijn zij vanaf 1
            januari 2011 geen partner. Als de eigenwoningschuld werd beperkt
            door deze anti-misbruikbepaling, dan is deze beperking per 1
            januari 2011 vervallen. Stel nu dat ze gaan verhuizen naar een
            nieuwe woning. Als Jaap eigenaar wordt, krijgt hij te maken met de
            bijleenregeling. De overwaarde op zijn oude huis moet van de
            maximale financiering van het nieuwe huis worden afgetrokken. Als
            zij gezamenlijk eigenaar worden, zijn zij vanaf de datum dat het
            hun hoofdverblijf wordt, fiscale partners (zie punt 5 van het
            lijstje hiervoor). Dan hebben zij ook te maken met de
            bijleenregeling. Maar als Tineke het huis koopt, dan zijn zij geen
            fiscale partners, en is de bijleenregeling niet van toepassing.
            Tineke kan de hele aankoopsom financieren met een eigenwoningschuld
            met aftrekbare rente. Dat zijn leuke dingen voor de mensen. 
             
             
            . . . terug naar boven 
             | 
            
            
           
           | 
          
          
             
           | 
          
          
         
        
         
         | 
        
        
        
         
          | 
             
           | 
          
          
             
          
           
            
            
            Btw-verhoging roept vragen op  
             
              
            
            Per 1 oktober
            aanstaande gaat het btw-tarief omhoog van 19 naar 21 procent. Dat
            lijkt eenvoudig, maar in de praktijk is het dat niet. Zo kan
            bijvoorbeeld de vraag aan de orde komen welk tarief een ondernemer
            in rekening moet brengen voor een dienst die hij voor 1 oktober al
            heeft gefactureerd, maar die hij pas verricht na 1 oktober. Advocaten
            bijvoorbeeld vragen bijna altijd een voorschot voor hun nog te
            verrichten werkzaamheden. Is dan het 19- of het 21-procenttarief
            van toepassing? 
             
              
            
            Dat laatste is het
            geval. Dat is ook praktisch, want anders zou de advocaat eerst een
            factuur met 19 procent btw moeten sturen en later nog eens een
            factuur met 2 procent extra. De ondernemer die de factuur ontvangt,
            mag die 21 procent aftrekken. 
             
              
            
            Een andere vraag
            is, welk tarief van toepassing is op doorlopende prestaties die
            zijn begonnen voor 1 oktober 2012 en eindigen na deze datum.
            Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het verlenen van licenties,
            abonnementen op leveringen van gas, elektriciteit en water en
            telecommunicatiediensten. Hiervoor geldt het volgende: als het gaat
            om een periode die eindigt na 30 september 2012, dan moet de
            afrekenperiode worden gesplitst. Voor het deel van de dienst of de
            levering die plaatsvindt voor 1 oktober geldt het oude tarief van
            19 procent. Voor het deel van de prestatie die plaatsvindt na 30
            september 2012 geldt het nieuwe tarief van 21 procent. 
             
              
            
            Dan is er ook nog
            de overgangsregeling voor nieuwbouwwoningen die zijn gekocht voor
            28 april 2012 met een opleveringsdatum ná 30 september 2012. 
             
             
            . . . lees verder op Internet 
             | 
            
            
           
            
          
           
            
            
            Weer valse e-mails in omloop 
             
              
            
            De Belastingdienst
            waarschuwt weer voor valse e-mails. Ditmaal lijken de e-mails te
            zijn verstuurd door de Belastingdienst.  
             
              
            
            Als u zo'n e-mail
            hebt gekregen, wordt geadviseerd deze weg te gooien en niet te
            klikken op links in de e-mail. In de e-mails staat dat u een
            belastingteruggave kunt krijgen. Vervolgens wordt u gevraagd om op
            een link met het DigiD-logo te klikken. Deze link komt niet uit op
            de echte DigiD-website, maar op een valse internetsite waar wordt
            gevraagd naar uw DigiD-code. 
             
              
            
            Hebt u toch deze
            mail geopend en uw DigiD-code ingevoerd op deze valse internetsite?
            Dan moet u uw DigiD laten opheffen en een nieuwe DigiD aanvragen op
            www.digid.nl. 
             
             
            . . . lees verder op Internet 
             | 
            
            
           
            
          
           
            
            
            Maatregelen tegen mrb-vrijstelling oldtimers 
             
              
            
            Jonge oldtimers,
            net ouder dan 25 jaar, zijn de afgelopen jaren in flinke aantallen
            geïmporteerd en worden steeds vaker ingezet voor dagelijks gebruik.
            Het ministerie van IenM vermoedt dat er de laatste jaren een
            substantiële hoeveelheid oldtimers wordt geïmporteerd vanwege de
            vrijstelling van de motorrijtuigenbelasting (mrb), en dat deze
            auto's ten opzichte van de gemiddelde oldtimer relatief intensief
            worden gebruikt. 
             
              
            
            Omdat benzineauto's
            van deze leeftijd niet zijn uitgerust met een (geregelde
            drieweg)katalysator, stoten zij per gereden kilometer veel meer
            stikstofoxiden (NOx) uit dan nieuwe auto’s. De geïmporteerde
            oldtimerdieselauto's hebben naast een hoge NOx-uitstoot ook zo'n 80
            keer hogere uitstoot van fijnstof dan van een moderne dieselauto.
            Deze luchtvervuiling is met name in grote steden een probleem. 
             
              
            
            Staatssecretaris
            Atsma wil samen met zijn collega-staatssecretaris Weekers van
            Financiën serieus kijken naar de aanbevelingen in het rapport
            "Enerzijds stimuleren we automobilisten succesvol om te
            investeren in nieuwe, schone auto's, maar tegelijkertijd houden we
            een importstroom van vieze, oude auto's in stand, waarmee de winst
            van schone lucht voor een groot deel weer ongedaan wordt
            gemaakt." 
             
             
            . . . lees verder op Internet 
             | 
            
            
           
            
          
           
            
            
            Periodiek verrekenen bij huwelijkse voorwaarden blijft
            verstandig 
             
              
            
            Echtgenoten die
            onder huwelijkse voorwaarden zijn getrouwd, hebben doorgaans te
            maken met een periodiek verrekenbeding. Dit verplicht echtgenoten
            om jaarlijks het deel van hun beide inkomens dat resteert na
            betaling van de kosten van het huishouden, 50-50 te verdelen. Een
            recent arrest van de Hoge Raad laat nog weer eens zien dat het
            verstandig is om dit periodiek te verrekenen (en dus niet pas bij
            het eind van een huwelijk). 
             
              
            
            Als aan het einde
            van een huwelijk geen uitvoering is gegeven aan een periodiek
            verrekenbeding, moet de (eerlijke) verdeling alsnog plaatsvinden.
            Het vermoeden geldt dat dan het gehele vermogen, zoals dit is
            opgebouwd tijdens het huwelijk, moet worden verrekend. Dat kan
            aardig in de papieren lopen, zo blijkt uit het onderhavige arrest
            van de Hoge Raad van 8 juni jl. 
             
              
            
            De situatie was als
            volgt: de inmiddels ex-echtgenoten zijn met elkaar getrouwd in
            1981, onder huwelijkse voorwaarden. Als onderdeel van deze
            huwelijkse voorwaarden was een jaarlijks verrekenbeding opgenomen.
            Dit werd niet nageleefd gedurende het huwelijk van beide
            echtgenoten. 
             
             
            . . . lees verder op Internet 
             | 
            
            
           
            
          
           
            
            
            Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto nu
            digitaal beschikbaar 
             
              
            
            Vanaf nu dient de
            'Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto' digitaal te
            worden ingediend. U kunt het papieren formulier niet meer
            gebruiken. U dient de verklaring ook digitaal in te trekken. 
             
              
            
            De 'Verklaring
            uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto' is vanaf nu digitaal
            beschikbaar voor ondernemers en werkgevers op het beveiligde
            gedeelte van de internetsite van de Belastingdienst . U kunt het
            papieren formulier niet meer downloaden. U trekt de verklaring voor
            uzelf of uw werknemer ook digitaal in. 
             
             
            . . . lees verder op Internet 
             | 
            
            
           
           | 
          
          
             
           | 
          
          
         
         |