Vermogensetikettering

Een ondernemer betaalt inkomstenbelasting over zijn winst. Voor de winstberekening is van belang welke bezittingen tot het ondernemingsvermogen worden gerekend. Stel een ondernemer koopt een personenauto waarin hij zowel zakelijk als privé gaat rijden. Hij mag kiezen of hij deze tot het ondernemingsvermogen of het privévermogen gaat rekenen. Kiest hij voor ondernemingsvermogen, dan mag hij de afschrijving en de kosten ten laste van zijn winst brengen. Voor het privégebruik geldt dan de beruchte bijtelling. De winst bij inruil is belast en het verlies bij inruil is aftrekbaar. Kiest hij voor privévermogen, dan mag hij 19 cent per zakelijke kilometer van zijn winst aftrekken. Daarmee is de kous voor de fiscale winstberekening af. De keuze tussen ondernemingsvermogen en privévermogen wordt door fiscalisten vermogensetikettering genoemd.

Vermogensbestanddelen die volledig zakelijk worden gebruikt, zijn verplicht ondernemingsvermogen. Vermogensbestanddelen die uitsluitend privé worden gebruikt, zijn verplicht privévermogen. Bij gemengd gebruik, bijvoorbeeld de zojuist genoemde personenauto, wordt gesproken van keuzevermogen.

Stel een winkelier koopt een winkelpand met op de eerste en tweede verdieping woonruimte. Deze verhuurt hij aan studenten. Ten aanzien hiervan is sprake van keuzevermogen. Voor de juiste keuze is met name de verwachte waardeontwikkeling van belang. Stel hij kiest voor ondernemingsvermogen en hij verkoopt het pand tien jaar later met winst, dan is deze belast. Bij waardedaling is het verlies aftrekbaar. Had hij de eerste en tweede verdieping tot zijn privévermogen gerekend, dan zou de verkoopwinst onbelast zijn en het verlies niet aftrekbaar. Gezien de heersende somberheid over de economie in het algemeen en de vastgoedmarkt in het bijzonder wordt tegenwoordig vaker voor ondernemingsvermogen gekozen.

Het kan gebeuren dat er in het verleden een verkeerde keus is gemaakt. Bijvoorbeeld een woning is tot het ondernemingsvermogen gerekend, terwijl sprake was van verplicht privévermogen. Bij verkoop kan men in zo'n geval belastbaarheid van de verkoopwinst vermijden door een beroep te doen op de zogenaamde foutenleer. Dit kan niet bij keuzevermogen. Dat speelde bij een chirurg die in twee ziekenhuizen werkte. Vanwege zijn oproepdiensten had hij een appartement gekocht welke hij op de balans van zijn praktijk had gezet. Toen hij het appartement met winst verkocht, stelde hij dat hij het appartement destijds ten onrechte op zijn balans had gezet. De belastingrechter wees dit af, omdat sprake was van keuzevermogen. Het appartement was een tweede woning die in verband met het werk was aangeschaft.

Tijdelijke verlaging overdrachtsbelasting

Wie een huis te koop ziet staan en denkt dat de prijs, na onderhandelingen, binnen zijn budget past, kan van een koude kermis thuiskomen, zeker als het zijn eerste huis is. Achter de vraagprijs staat namelijk in de meeste gevallen k.k. Dat betekent "kosten koper". Als koper moet u de kosten behorende bij de overdracht van het huis voor uw rekening nemen. Dat zijn de notariskosten voor de levering van het huis en de overdrachtsbelasting. Deze laatste belasting wordt door de overheid geheven bij iedere overdracht van onroerend goed. Het tarief is 6%. Bij de tegenwoordige huizenprijzen is dat een aanzienlijk bedrag; bij een huis van 200.000 euro (en dat is echt geen kasteel) 12.000 euro.

De overheid wil de trage woningmarkt vlot trekken en heeft daarom de overdrachtsbelasting tijdelijk verlaagd naar 2%. Voor een huis van 200.000 euro is deze dus 4.000 euro en dat is echt een groot verschil. Deze verlaging geldt tot 1 juli 2012. Het gaat daarbij om de datum van overdracht bij de notaris. Dus bij het kopen van een huis moet u dat vóór deze datum laten overdragen om van het verlaagde tarief gebruik te kunnen maken.

De verlaging geldt niet voor bedrijfsgebouwen, maar alleen voor woningen. Het gaat daarbij niet alleen om het hoofdverblijf, maar ook om recreatiewoningen en verhuurde woningen. Dit alles inclusief ondergrond, tuin en bijgebouwen op hetzelfde perceel, zoals schuren, serres en uit- en aanbouwen. Het tarief geldt ook voor garages als deze op hetzelfde perceel als het huis liggen of in hetzelfde gebouwencomplex. Als de garage op een naastgelegen perceel ligt, maar wel als één geheel met de woning is te beschouwen en tegelijkertijd met de woning bij de notaris wordt overgedragen door dezelfde verkoper, geldt ook het verlaagde tarief. Als de garage op een ander dan het naastgelegen perceel ligt, moet de volle 6% worden afgedragen.

Als een pand maar gedeeltelijk als woning wordt gebruikt, geldt alleen voor het woongedeelte het verlaagde tarief. Dat wordt naar oppervlakte berekend. Is het bedrijfsgedeelte niet meer dan 10%, dan mag het verlaagde tarief toch toegepast worden op het hele pand. Woningen in aanbouw vallen ook onder de maatregel. Dan moet wel minimaal de fundering al zijn aangebracht. Aankoop van kale bouwgrond valt gewoon onder het 6% tarief. Panden die geen woning zijn, maar die wel verbouwd worden tot woning, vallen ook onder het volle 6% tarief.

Als u vlak na de ingangsdatum van de maatregel (15 juni 2011) een woning heeft gekocht met 6% overdrachtsbelasting, dan kunt u 4% terugkrijgen. Uw notaris kan u vertellen wat u moet doen. Als u de overdrachtsbelasting heeft meegefinancierd voor de volle 6%, dan heeft u eigenlijk 4% te veel gefinancierd. Misschien vraagt de bank dit terug, maar als dat niet zo is, dan mag u toch het volle bedrag als eigenwoningschuld beschouwen. U hoeft de financiering voor de terugbetaalde 4% overdrachtsbelasting niet in box 3 onder te brengen, hoewel dit deel van de lening eigenlijk niet is aangegaan voor de eigen woning. De staatssecretaris heeft dit goedgekeurd.

Eindejaarstips 2011

Wilt u optimaal profiteren van de huidige fiscale regels? In het onderstaande artikel leest u een aantal interessante fiscale eindejaarstips. Kijk van welke voordelen u in 2011 nog kunt profiteren. Bijvoorbeeld door toch nog dit jaar die ene investering te doen.

Eindejaarstips employee benefits

De laatste maand van het jaar is een goed moment om de voor- en nadelen van de werkkostenregeling (WKR) te wegen. 1 januari 2012 is een nieuw keuzemoment voor toepassing van deze regeling.

Ook in 2012 en 2013 geldt de overgangsperiode waarin de keuze vrijstaat om de huidige regels voor kostenvergoedingen en verstrekkingen toe te passen of over te stappen naar de WKR. Is het inmiddels duidelijk of het binnen uw organisatie aantrekkelijker is volgend jaar over te gaan naar de WKR of de huidige regels toe te passen?

Belastingaftrek voor onderzoek ook voor kleine bedrijven

Ook kleine bedrijven kunnen eenvoudig gebruik maken van de belastingaftrek voor investeringen in onderzoek en innovatie. De regeling is zo vormgegeven dat ondernemers hiervoor bijna geen administratiekosten hoeven te maken. Dat blijkt uit de uitwerking van Research & Development-regeling (RDA) die 16 december 2011 door de ministerraad is vastgesteld.

De RDA is gericht op de investeringen die betrekking hebben op de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten (behalve voor loonkosten). Het percentage van de extra aftrek wordt in 2012 voorzien op 40%. In de vennootschapsbelasting levert dit - bij een tarief van 25% - een netto voordeel op van 10%.

Gebruikelijk loon wordt in 2012 42.000 euro

In 2012 moet u uzelf als directeur-grootaandeelhouder (dga) een gebruikelijk loon van 42.000 euro toekennen. In 2011 was dit nog 41.000 euro.

Als dga heeft u te maken met de gebruikelijkloonregeling als u in dienst bent van uw bv. Alleen in overleg met de inspecteur mag u een lager gebruikelijk loon vaststellen.

'Verklaring zakelijk gebruik bestelauto' uitsluitend via formulier

De Belastingdienst krijgt vragen over de 'verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto'. Een formulier waarmee u deze verklaring kunt afgeven, is eind 2011 beschikbaar op de website van de Belastingdienst.

Per 1 januari 2012 wordt voor bestelauto's de 'verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto' ingevoerd. Een ondernemer, een particulier met resultaat uit overige werkzaamheden of een werknemer kan daarmee verklaren dat hij met de bestelauto van de zaak geen enkele kilometer privé rijdt. Zo kunt u de bijtelling/onttrekking voor privégebruik vermijden. En hoeft u geen rittenadministratie bij te houden.

Informatieblad Vitaliteitsregeling gepubliceerd

Het ministerie van Financiën heeft het Informatieblad Vitaliteitsregeling gepubliceerd. In het Belastingplan 2012 is het vitaliteitssparen opgenomen. Deze regeling komt in de plaats van de spaarloonregeling en levensloopregeling.

Het vitaliteitspakket wordt geleidelijk ingevoerd in 2012 en 2013. Het pakket moet leiden tot vereenvoudiging van het fiscale stelsel, omdat vier fiscale regelingen worden afgeschaft: de arbeidskorting voor ouderen (2012), de doorwerkbonus (2013), de spaarloonregeling (2012) en de levensloopregeling (2012).

Belastingdienst vergoedt alsnog heffingsrente

De Belastingdienst is gestart met het nabetalen van het rentenadeel aan een groep belastingplichtigen van wie eerder de voorlopige aanslag is verminderd. Dit is het gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad.

Volgens de Hoge Raad hebben belastingplichtigen een rentenadeel als de Belastingdienst een te hoge voorlopige aanslag vermindert, terwijl ook een negatieve voorlopige aanslag kon worden opgelegd. Hierdoor ervaren belastingplichtigen een rentenadeel van zes maanden. De Belastingdienst gaat dit rentenadeel vergoeden.

Rentepercentage heffings- en invorderingsrente omlaag

Het percentage heffings- en invorderingsrente bij belastingen gaat voor het eerste kwartaal van 2012 met 0,15 procent omlaag. Het nieuwe percentage daalt van 3 procent in het vierde kwartaal van 2011 naar 2,85 procent in het eerste kwartaal van 2012.

De Belastingdienst berekent de invorderingsrente over de periode die begint op de eerste dag na de uiterste betaaldatum en eindigt op de dag voor de dag waarop u betaalt.