|
|
|
|
De onzekere toekomst van de levensloopregeling
Toen de regering
een einde wilde maken aan de VUT en het prepensioen, is in het
kader van een compromis met de vakbeweging de levensloopregeling
ingevoerd. De gedachte was dat mensen vanwege de vergrijzing langer
moesten werken. Zelfs tot na de 65-jarige leeftijd. De VUT en het
prepensioen waren collectieve regelingen. De levensloopregeling is
een individuele regeling die via de werkgever loopt. Als een of
meer werknemers eraan willen deelnemen, is de werkgever verplicht
deze in het leven te roepen. De fiscaal aftrekbare inleg geschiedt
in principe door de werknemer zelf. De regeling is bedoeld als
spaarpot voor ouderschapsverlof, studieverlof, zorgverlof, een
sabbatical of eerder stoppen met werken. Dat eerder stoppen met
werken spoorde niet met de bedoeling van de regering. Maar in
Nederland zijn we dol op compromissen en daar is het uit
voortgekomen.
De
levensloopregeling is fiscaal gunstig. De inleg is fiscaal
aftrekbaar en de opname belast. In de meeste gevallen is in het
jaar van opname het inkomen lager waardoor een lager
belastingtarief van toepassing is. Daar komt bij dat het spaarsaldo
niet belast is met de jaarlijkse 1,2% van box 3. Die spaart men dus
uit. Als klap op de vuurpijl krijgt de deelnemer in het jaar van
opname een heffingskorting van 201 euro voor elk jaar dat er geld
is ingelegd, de levensloopverlofkorting.
De regering Rutte
heeft in het regeerakkoord aangekondigd dat deze fraaie regeling
gaat verdwijnen. Er wordt maar mondjesmaat gebruik van gemaakt en
de deelnemers gebruiken het vooral voor het vormen van een potje
ter financiering van eerder stoppen met werken. En daar wil de regering
nu juist vanaf. Er komt wel een alternatief: de
vitaliteitsregeling. Ook dit betreft een fiscaal vriendelijke
spaarregeling. Het is de bedoeling dat de spaarpot wordt aangewend
voor zorgtaken, scholing, het opzetten van een eigen bedrijf,
demotie of deeltijdpensioen. De regeling zal niet kunnen worden
gebruikt voor vervroegd uittreden.
Het is best
mogelijk dat de afschaffing van de levensloopregeling en de
invoering van de vitaliteitsregeling op de lange baan wordt
geschoven. Er is veel voor te zeggen om gebruik te maken van de
levensloopregeling zolang het nog kan. Als deze wordt afgeschaft,
komt er zeer waarschijnlijk een overgangsregeling.
. . . terug naar boven
|
Altijd maar weer de hypotheekrenteaftrek
De
hypotheekrenteaftrek staat al jaren ter discussie. De Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) blijft er maar
op hameren dat Nederland iets moet doen aan deze verstorende factor
op de woningmarkt. Bovendien stimuleert het burgers tot het aangaan
en handhaven van hoge schulden. De hypotheekrenteaftrek is echter
een politiek taboe. Het zelfs maar ter discussie stellen van dit
onderwerp staat gelijk aan politieke zelfmoord. De problematische
situatie op de woningmarkt maakt het al helemaal moeilijk het aan
te pakken.
Gezien het
voorgaande is het opmerkelijk dat de afgelopen jaren verscheidene
maatregelen zijn getroffen waardoor de fiscale aftrek voor de eigen
woning juist is verruimd. In 2010 is de periode gedurende welke de
rente aftrekbaar is voor de te koop staande voormalige eigen woning
verruimd van twee tot drie jaar. Het betrof een maatregel die tot
2012 zou gelden, maar inmiddels is verlengd tot 2013. Deze
versoepeling komt tegemoet aan de problemen van veel bezitters van
een dubbele woning.
In de Wet
inkomstenbelasting 2001 is een beperking opgenomen voor het
meefinancieren van rente en kosten. Het is niet toegestaan de rente
bij te laten schrijven bij de hypotheekschuld en de daarover
(extra) verschuldigde rente af te trekken. Blijkens de tekst van de
wet gold dit ook voor de bij de aankoop betaalde afsluitprovisie en
notariskosten voor de hypotheek. Tijdens de parlementaire
behandeling heeft de staatssecretaris gezegd dat men bij de
verwerving van een eigen woning deze kosten mag meefinancieren.
Door de invoering van de bijleenregeling kwam deze mogelijkheid op
de tocht te staan voor doorstromers. In 2010 is de wet op dit punt
versoepeld waardoor ook deze groep de kosten van de financiering
kan meefinancieren en daarmee in aanmerking kan komen voor een
hogere fiscale aftrek.
Steeds meer
hypotheekadviseurs verruilen het werken op provisiebasis voor het
werken op basis van een uurtarief. Zij sturen de klant een rekening
voor het hypotheekadvies. Deze kosten zijn in principe fiscaal
aftrekbaar. Het betreft namelijk kosten voor de financiering van de
eigen woning. De adviesrekening mag worden meegefinancierd wat tot
een hogere renteaftrek leidt.
De overheid laat de
teugels van de hypotheekrente dus vieren. Wat echter nog steeds niet
kan, is het meefinancieren van het verlies op de oude woning. Veel
woningbezitters blijven tegenwoordig met een restschuld zitten bij
de verkoop van hun oude woning. Deze willen zij met toepassing van
renteaftrek graag meefinancieren op de lening voor de nieuwe
woning. De wet staat dat niet toe en de fiscus is niet bereid een
oogje dicht te knijpen.
. . . terug naar boven
|
|
|
|
|
Geen coulance bij opleggen verzuimboetes bij te late
belastingaangifte
Staatssecretaris
Weekers van Financiën is niet van plan om bij het opleggen van
verzuimboetes voor het te laat doen van een belastingaangifte
coulance te betrachten. Dit blijkt uit de beantwoording van Tweede
Kamervragen over de Belastingdienst. De verhoging van de maximale
wettelijke verzuimboete voor het niet of niet binnen de termijn
doen van een aangifte voor de aanslagbelasting is verhoogd van euro
1134 naar euro 4920.
Vanuit de Tweede
Kamer zijn vragen gesteld over de website van de Belastingdienst, waarop
geen duidelijke waarschuwing zou staan over de verhoging van de
boetes. Weekers werd gevraagd om een toezegging dat de
Belastingdienst vanwege het ontbreken van duidelijke informatie op
de site van de fiscus met de nodige coulance zal omgaan met het
opleggen van boetes. De staatssecretaris voelt daar echter niets
voor.
. . . lees verder op Internet
|
Pensioenleeftijd naar 66 jaar in 2020
De AOW-leeftijd
wordt in 2020 verhoogd van 65 naar 66 jaar. Mensen krijgen langer
de tijd om pensioen op te bouwen en zo kunnen de opbouwpercentages
van de pensioenpremies omlaag. Het kabinet verhoogt de AOW-leeftijd
in 2020 om werkgevers en werknemers voldoende tijd te geven om zich
voor te bereiden op langer doorwerken.
Nieuw uitgangspunt
is dat in 40 in plaats van 35 jaar een volledig pensioen kan worden
opgebouwd. Langer doorwerken zorgt ervoor dat mensen meer tijd
hebben om pensioen op te bouwen waardoor de opbouwpercentages
omlaag kunnen. Vanaf 2013 bouwen mensen voor hun uiteindelijke
pensioen jaarlijks 1,75% in plaats van 2% op voor de
eindloonregeling; voor de middelloonregeling wordt dat 2% in plaats
van 2,25%.
. . . lees verder op Internet
|
Vereenvoudiging ri&e-regels voor kleine bedrijven
Op 1 april zijn de
regels in de Arbowet veranderd voor de risico-inventarisatie en
-evaluatie (ri&e) die een werkgever moet opstellen. De
wijzigingen zijn van toepassing op werkgevers met ten hoogste 25
werknemers. Het wordt voor hen gemakkelijker en goedkoper om aan de
ri&e-verplichting te voldoen. Het is voor deze groep bedrijven
niet meer verplicht deskundige hulp in te schakelen bij het laten
toetsen van hun ri&e, mits zij gebruik maken van een
ri&e-instrument dat voor hun branche is opgesteld.
. . . lees verder op Internet
|
Eerste Kamer neemt initiatiefwet tegen controledrift
Belastingdienst aan
Belastingplichtigen
krijgen bij controlehandelingen van de fiscus meer
rechtsbescherming. Zij kunnen na een verzoek om informatie van de
inspecteur de rechter de vraag voorleggen of dit verzoek rechtmatig
is of niet.
Staatssecretaris
Weekers van Financiën streeft er naar om de rechtsbescherming al op
1 juli 2011 te laten ingaan. De initiatiefwet is al op 12 juni 2006
ingediend in de Tweede Kamer. Met de aanvaarding van het
wetsvoorstel door de Eerste Kamer is de parlementaire behandeling
na vijf jaar afgerond. Het lijkt er nu op dat het voorstel ruim
vijf jaar later kracht van wet zal krijgen.
Het wetsvoorstel is
in de loop der jaren zo aangepast dat alleen beroep op de rechter
mogelijk is als de inspecteur een voor beroep vatbaar
informatieverzoek heeft gedaan. In het oorspronkelijke wetsvoorstel
zou ook de belastingplichtige zelf daarom kunnen vragen.
. . . lees verder op Internet
|
Personeel inhuren via niet-geregistreerd uitzendbureau
wordt beboet
Uitzendbureaus
moeten vanaf 1 januari 2012 als uitzendbureau in het
Handelsregister geregistreerd staan. Doen zij dat niet, dan krijgen
zij een boete. Dat geldt ook voor bedrijven die personeel via hen
inhuren. De boete bedraagt de eerste keer 12.000 euro per
werknemer, bij herhaling 24.000 euro per werknemer en bij een derde
overtreding 36.000 euro per werknemer.
De
registratieplicht voor uitzendbureaus is een nieuwe stap om
malafide uitzendbureaus en uitbuiting van werknemers aan te pakken.
Bedrijven die personeel via uitzendbureaus inhuren (inleners) zijn
sinds 1 januari 2010 al aansprakelijk voor het betalen van het
minimumloon.
. . . lees verder op Internet
|
|
|
|