|
|
|
|
Verkeerde aangifte,
toch vergoeding kosten bezwaar
Heel vaak
weten AOW-ers niet precies hoe de AOW-uitkering moet worden
aangegeven. Niet zelden komt het voor dat de meestverdiener,
meestal de man, de AOW van zijn vrouw aangeeft in zijn aangifte.
Voor de vrouw is dat vaak de enige inkomensbron en daarom wordt het
gemakshalve maar bij de man aangegeven. Dat is fout. Er wordt
daardoor te veel belasting betaald. Als de uitkering bij het
inkomen van de man wordt opgeteld, komt dat bovenop zijn eigen
inkomen en wordt vaak het tarief uit de tweede, derde of vierde
schijf berekend. Als de vrouw dat zelf opgeeft, wordt het tarief
van de eerste schijf berekend. Dat kan behoorlijk wat schelen.
Nu worden
alle gegevens van de Sociale Verzekeringsbank doorgegeven aan de
Belastingdienst, dus een inspecteur kan weten dat de aangifte dan
onjuist is gedaan en dat er te veel belasting wordt betaald. Met
zo'n negen miljoen ingediende aangiftes kan de Belastingdienst
natuurlijk niet alles controleren. In het geval dat uiteindelijk
leidde tot het arrest van de Hoge Raad van 18 juni 2010 werd de
aanslag opgelegd in overeenstemming met de ingediende aangifte.
De man kwam
op tijd achter zijn fout en diende een bezwaarschift in en verzocht
tegelijkertijd om een vergoeding van de kosten in de bezwaarfase.
De aanslag werd verlaagd, maar de kostenvergoeding werd geweigerd.
Voor een kostenvergoeding is (onder andere) nodig dat de
onjuistheid van de aanslag aan onrechtmatigheid van de inspecteur
is te wijten. Naar het oordeel van de Hoge Raad is daarvan sprake.
Een inspecteur behoort met normale zorgvuldigheid van de aangifte
kennis te nemen en deze gegevens te vergelijken met de voor hem
beschikbare informatie. Dat hoeft hij natuurlijk niet zelf te doen,
maar de computersystemen horen dit te controleren. Indien de
inspecteur deze normale zorgvuldigheid niet betracht en daardoor
een te hoge aanslag oplegt, is sprake van een aan de inspecteur te
wijten onrechtmatigheid.
. . . terug naar boven
|
De fiscale
regelgeving wordt steeds ingewikkelder. De eigenwoningregeling mag
wel het schoolvoorbeeld worden genoemd van reparatie na reparatie.
Onleesbaar, onbegrijpelijk voor de gewone burger en nodeloos
ingewikkeld. Op 10 juni jl. heeft de staatssecretaris weer eens een
besluit (het zoveelste) uitgebracht over de eigenwoningrente.
Daarin wordt (onder andere) het volgende behandeld.
Rente over
de lening voor aankoop van de eigen woning is aftrekbaar. De rente
voor de financiering van de eigenwoningrente is echter niet
aftrekbaar. En ook als u geld leent om de leningskosten te betalen,
is de rente in principe niet aftrekbaar. Vaak gebeurt dit doordat u
voor de hele aankoop, inclusief de kosten van geldlening, een
hypotheek sluit. Voor de financiering van bij de aankoop
meegefinancierde kosten van geldlening, zoals notariskosten voor de
hypotheek en afsluitprovisie, golden tot nu toe verschillende
goedkeuringen en wettelijke regelingen, waardoor deze rente toch
aftrekbaar kan zijn.
In de
periodie 2001 tot en met 2003 was de rente over dergelijke leningen
gewoon aftrekbaar. Sloot u een hypotheek voor het hele bedrag van
de aankoop en kosten van geldlening, dan mocht u alle rente
aftrekken.
Voor de
jaren 2004 tot en met 2009 was deze rente alleen maar aftrekbaar
bij aankoop van een eerste eigen woning, dus voor iemand die voor
het eerst een eigen woning kocht. Was iemand al in het bezit van
een eigen woning en werd er een nieuwe woning gekocht, dan was de
rente over de lening ter financiering van deze kosten van
geldlening niet aftrekbaar. Dat had te maken met het invoeren van
de bijleenregeling. Een verschil dus tussen starters op de
woningmarkt en doorstromers. Het was duidelijk dat dit echt niet
kon. Daarom is per 1 januari 2010 de wet zodanig gewijzigd dat de
rente op leningen voor de kosten van geldlening voor de woning
volledig aftrekbaar is, zowel in de starters- als in de
doorstroomsituatie. Tijdens de behandeling van deze wetswijziging
werd nog aangegeven dat voor bestaande leningen het regime van vóór
1 januari 2010 blijft gelden. Maar in het besluit van 10 juni 2010
keurt de staatssecretaris ineens goed dat deze leningen toch weer
tot de eigenwoningschuld gaan behoren, en is de rente daarop vanaf
1 januari 2010 aftrekbaar.
Een
voorbeeld ter verduidelijking. U heeft in 2009 uw oude woning
verkocht en een nieuwe woning gekocht. Uw eigenwoningschuld voor de
nieuwe woning bedraagt 200.000 euro (na toepassing van de
bijleenregeling). U heeft de kosten van geldlening ook
gefinancierd. Deze bedragen 2.000 euro. In 2009 bedraagt uw
eigenwoningschuld 200.000 euro. De rente over de 2.000 euro is niet
aftrekbaar. In 2010 is uw eigenwoningschuld 202.000 euro. De rente
over dit volledige bedrag is aftrekbaar, dankzij de goedkeurng van
de staatssecretaris. Zonder deze goedkeuring zou slechts de rente over
200.000 euro aftrekbaar zijn.
. . . terug naar boven
|
|
|
|
|
Belastingplan 2011: Stimulans voor
ondernemerschap en innovatie
Extra
maatregelen om ondernemerschap en innovatie te bevorderen, nieuwe
regels in de strijd tegen fraude en belastingontwijking en zeer
zuinige auto's blijven fiscaal aantrekkelijk. Dat zijn de
belangrijkste punten uit het Belastingplan 2011 van de minister van
Financiën.
Het
Belastingplan 2011 bevat diverse maatregelen die ondernemerschap
stimuleren. Zo wordt de vennootschapsbelasting in 2011 met een half
procent verlaagd tot 25%. Verder wordt de vennootschapsbelasting
over de eerste 200.000 euro aan winst verlaagd tot 20%, waarmee het
'MKB-tarief' definitief wordt gemaakt. Daarnaast krijgt de
liquiditeitspositie van het bedrijfsleven een flinke impuls door
het verlengen van de verruimde mogelijkheid tot achterwaartse
verliesverrekening, de definitieve invoering van de
btw-kwartaalaangifte voor alle bedrijven in Nederland en het
verlengen van de regeling voor tijdelijke versnelde afschrijving.
De fiscale stimuleringsregeling ter compensatie van de loonkosten
voor speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) wordt op diverse punten
blijvend verruimd en om innovatief ondernemerschap verder te
bevorderen wordt de innovatiebox uitgebreid. Tot slot wordt de
werkkostenregeling, die in 2011 van kracht wordt, op verzoek van
werkgevers nog op een aantal punten verder versoepeld.
. . . lees verder op Internet
|
Versoepeling werkkostenregeling
De
werkkostenregeling, die in 2011 van kracht wordt, wordt op verzoek
van werkgevers op een aantal punten versoepeld. Demissionair
minister van Financiën, Jan Kees de Jager heeft dit bekend gemaakt
in het Belastingplan 2011.
Werkkleding
met een groot bedrijfslogo wordt, anders dan oorspronkelijk de bedoeling
was, op nihil gewaardeerd en komt daarmee niet ten laste van het
forfait. Daarnaast worden vakliteratuur en de inschrijfkosten van
beroepsregisters toegevoegd aan de gerichte vrijstellingen die niet
ten koste gaan van het forfait.
. . . lees verder op Internet
|
Termijn terugvragen btw uit andere EU-landen verlengd
Ondernemers
die over het jaar 2009 btw terugvragen in een ander EU-land, kunnen
deze verzoeken nog tot en met 31 maart 2011 indienen. Dit is een
half jaar langer dan gepland. De 27 EU-landen hebben hierover
overeenstemming bereikt.
Vanaf 1
januari 2010 kunnen Nederlandse ondernemers via een elektronisch
portaal bij de Nederlandse Belastingdienst de btw terugvragen, die
ze in een ander EU-land hebben betaald. De Belastingdienst stuurt
dit verzoek door aan het land van teruggaaf.
. . . lees verder op Internet
|
Btw-kwartaalaangifte
definitief ingevoerd
Ondernemers
kunnen sinds juli 2009 kiezen om de aangifte en afdracht van btw
per kwartaal te doen in plaats van per maand. Deze tijdelijke
maatregel wordt structureel gemaakt. Ondernemers kunnen dus ook in
2011 en daarna hun btw-aangifte per kwartaal blijven doen. Dat
staat in het Belastingplan 2011.
Al eerder
dit jaar besloot De Jager om de regeling ook voor 2011 te laten
gelden. De verruimde mogelijkheid tot kwartaalaangifte ontstond in
2009. Eind 2010 zou de tijdelijke crisismaatregel vervallen, maar
vanwege het succes wordt de regeling nu structureel.
Wie per
kwartaal aangifte doet, heeft gedurende het kwartaal meer geld in
kas en is minder tijd kwijt aan zijn administratie. Maar onderaan
de streep betalen deze ondernemers net zo veel belasting als
ondernemers die de aangifte per maand regelen.
. . . lees verder op Internet
|
Voorbeelden verbouwingswerkzaamheden verlaagd btw-tarief
Wilt u
weten welke verbouwingswerkzaamheden onder het tijdelijke verlaagde
btw-tarief van 6% vallen, en welke niet?
Bekijk de
lijst met voorbeelden van verbouwingswerkzaamheden.
. . . lees verder op Internet
|
Werkgever mag vordering op werknemer verrekenen met
vakantiegeld
Een
werknemer verspeelt door bewuste roekeloosheid meer dan 2000 euro
van zijn werkgever. De (inmiddels ex-)werkgever mag dit bedrag
verrekenen met geld dat de werknemer nog tegoed heeft. Aldus de
kantonrechter te Breda op 22 juli 2010.
De
werkgever heeft het recht die schade te verhalen op de
ex-werknemer. Het is logisch om die schade te verrekenen met een
vordering die de ex-werknemer nog heeft, dus met het vakantiegeld
en de compensatie voor de vakantiedagen.
. . . lees verder op Internet
|
|
|
|