Verhuur van een onderneming

Lees artikel


Nieuw feit bij navordering inkomstenbelasting

Lees artikel

 

Verhuur van een onderneming

 

In juni maakte horeca-ondernemer Sjoerd Kooistra een einde aan zijn leven, omdat hij geen uitweg meer zag voor zijn financiële problemen. De constructie waar hij zich van bediende was de verhuur van horeca-ondernemingen. Ondanks dat het met Kooistra niet goed is afgelopen, is het de moeite waard ons te verdiepen in de fiscale en financieringsaspecten van verhuur van een onderneming. Veel ondernemers staan op het punt hun bedrijf over te dragen. De koopkandidaten liggen niet voor het oprapen. Bovendien blijkt de financiering vaak moeilijk te zijn. Banken zijn sinds de kredietcrisis minder toeschietelijk. In veel gevallen moet de oude eigenaar de nieuwe eigenaar financieren. De verhuur van een onderneming biedt in dit verband interessante pluspunten.

 

Verhuur van een onderneming moet worden onderscheiden van slechts verhuur van een pand. Normaliter moet een ondernemer die zijn bedrijf beëindigt met de fiscus afrekenen over de winst die in de onderneming zit. Te denken valt aan de eventuele goodwill, stille reserve in het pand en de oudedagsreserve. Als de overdrager geen of weinig liquiditeit verkrijgt, omdat hij de koper moet financieren, is de bedrijfsoverdracht problematisch. Het is in zo'n geval wellicht raadzaam de onderneming aan de 'koper' te verhuren. De fiscus gaat er dan vanuit dat het bedrijf wordt voortgezet, zij het op andere wijze. De fiscale afrekening kan dan achterwege blijven. Als slechts een pand wordt verhuurd, moet de ondernemer over de daarin aanwezige meerwaarde afrekenen.

 

De huurder van een onderneming heeft geen financieringsprobleem. Voor het gebruik van het pand, de inventaris en eventueel de goodwill betaalt hij huur. Deze kan hij betalen met de opbrengsten die hij met het bedrijf gaat behalen. Zijn financieringsbehoefte blijft beperkt tot de voorraad en lopende kosten.

 

Voor de eigenaar van de onderneming gaat deze financieringsvorm met minder risico gepaard dan het verstrekken van een lening. Als de huurder de huur niet betaalt, kan een andere huurder worden gezocht.

 

De huurder zal met de verhuurder willen afspreken dat hij bijvoorbeeld na vijf jaar het bedrijf kan overnemen tegen een vaststaande prijs. Dit zorgt ervoor dat de huurder gemotiveerd is te werken aan de groei van de onderneming. De verhuurder krijgt op dat moment de waarde van de onderneming uitbetaald, welk bedrag beschikbaar is voor zijn pensioen.


. . . terug naar boven

Nieuw feit bij navordering inkomstenbelasting

 

De inkomstenbelasting is een zogenaamde aanslagbelasting. De burger doet aangifte, de Belastingdienst controleert en legt een aanslag op. De burger moet erop kunnen vertrouwen dat deze aanslag zijn verplichting jegens de overheid weergeeft. De fiscus kan binnen vijf jaar één of meerdere navorderingsaanslagen opleggen als blijkt dat de primaire aanslag onjuist is. Voor navordering is in principe vereist dat sprake is van een 'nieuw feit'. Dat wil zeggen, informatie waarover de inspecteur ten tijde van het opleggen van de aanslag niet beschikte. Te denken valt aan informatie naar aanleiding van een belastingcontrole bij een ondernemer. Als bijvoorbeeld sprake is geweest van verzwegen omzet kan de fiscus navorderen. Als iemand in zijn aangifte een aftrekpost heeft opgevoerd die later onjuist blijkt te zijn, had de fiscus bij de controle van de aangifte onmiddellijk een correctie kunnen aanbrengen. Er is dan geen nieuw feit en geen mogelijkheid tot navordering.

 

Er is over deze regel veel rechtspraak verschenen. De fiscus vergat bijvoorbeeld bij het regelen van de aangifte van een ondernemer die zijn bedrijf had beëindigd, de oudedagsreserve aan het inkomen toe te voegen. Een onervaren kracht bij de Belastingdienst wist niet dat hij dat moest invullen in het computerprogramma. De Belastingdienst vroeg beleefd of de belastingplichtige vrijwillig de belasting wilde betalen. Dat wilde hij niet. Navordering was niet mogelijk. In de praktijk kon zo'n foutje een besparing van vele tienduizenden euro's opleveren. Beroemd is de uitspraak van de Hoge Raad over hypotheekrenteaftrek. Een belastingplichtige had zijn aangifte 2001 op diskette ingediend. Als aftrekbare hypotheekrente was foutief 3.419.635 euro vermeld in plaats van 3.419 euro. Gerechtshof Den Bosch oordeelde dat navordering niet mogelijk was. De gevolgen van het geautomatiseerd opleggen van aanslagen komen voor rekening van de fiscus. De Hoge Raad bevestigde deze zienswijze.

 

Deze casus is de aanleiding geweest voor een wetswijziging. Sinds 2010 kan ook navordering plaatsvinden als ten gevolge van een fout de aanslag achterwege is gelaten of ten gevolge van een fout een belastingaanslag te laag is vastgesteld, hetgeen de belastingplichtige redelijkerwijs kenbaar is. Hiervan wordt in elk geval geacht sprake te zijn als de te weinig geheven belasting ten minste 30 procent van de verschuldigde belasting bedraagt. Voor deze situatie geldt een verkorte navorderingstermijn van twee jaar. Dit betekent dat de Belastingdienst binnen twee jaar na het einde van het belastingjaar evidente vergissingen kan herstellen.


. . . terug naar boven

Wanneer belasting verschuldigd bij uitkering dividend?

 

Een dividenduitkerende vennootschap moet op de dag dat het dividend onvoorwaardelijk is vastgesteld, dividend inhouden. De werkelijke uitbetalingsdatum is niet bepalend. Dat heeft de rechtbank in Den Haag bepaald.

 

Bij het uitkeren van dividend aan aandeelhouder(s) is een vennootschap verplicht dividendbelasting in te houden en te betalen aan de Belastingdienst. De Wet op de dividendbelasting bepaalt dat de vennootschap de belasting moet inhouden op de datum van het ter beschikking stellen van het dividend. Volgens de rechtbank Den Haag is dat de dag waarop het dividend onvoorwaardelijk is vastgesteld en niet de dag van werkelijke uitbetaling.


. . . lees verder op Internet

'Streep door baatbelasting ondernemers'

 

De tactiek van gemeenten om ondernemers via een belasting mee te laten betalen aan het opknappen van winkelstraten of het aanleggen van sierbestrating heeft zijn langste tijd gehad.

 

Gemeenten die nieuwe parkeerhavens willen aanleggen in winkelstraten of bedrijventerreinen willen moderniseren, kunnen een belasting heffen bij de ondernemers die daar 'baat' bij hebben. Een groep ondernemers in Hengelo had bezwaar gemaakt, omdat ze vonden dat de heffing onterecht was. Een van de winkeliers bijvoorbeeld werd aangeslagen voor dik 24.000 euro. Vervolgens floot zowel het gerechtshof als de Hoge Raad de gemeente Hengelo terug. Eerder leidde een soortgelijke zaak in Breda al tot dezelfde uitkomst.


. . . lees verder op Internet

Diverse versoepelingen in nieuw besluit geruisloze omzetting

 

Minister De Jager van Financiën heeft een nieuw besluit uitgebracht over de geruisloze omzetting van een onderneming in een bv of nv. Het nieuwe besluit is een actualisering en verduidelijking van diverse oude besluiten. Ook zijn in dit besluit diverse versoepelingen opgenomen. Zo kan geruisloze omzetting ook worden toegepast in verhuursituaties en bij de inbreng van meerdere objectieve ondernemingen door één ondernemer.

 

Als een IB-onderneming wordt omgezet in een bv of nv dan moet in principe belasting betaald worden over de goodwill, stille-en fiscale reserves en desinvesteringsbijtelling (ruisende inbreng). Er is dan sprake van een staking. Op verzoek van een belastingplichtige wordt bij een geruisloze omzetting de onderneming geacht niet te zijn gestaakt. De bestaande inkomstenbelastingclaim wordt doorgeschoven en omgezet in een gecombineerde vennootschaps- en inkomstenbelastingclaim.


. . . lees verder op Internet

Betalingsonmacht zakelijke belastingen en premies voortaan schriftelijk melden

 

Bestuurders en vertegenwoordigers van ondernemingen die hun omzetbelasting en of loonheffingen niet op tijd kunnen betalen, moeten dat vanaf 4 juli schriftelijk melden. Voorheen kon een bestuurder of vertegenwoordiger van een onderneming die vennootschapsbelastingplichtig is de betalingsonmacht voor zakelijke belastingen en premies zowel mondeling (ook telefonisch) als schriftelijk melden. Doet hij dat niet, dan kunnen de bestuurders van de onderneming aansprakelijk worden gesteld op grond van de zogenoemde 'bestuurdersaansprakelijkheid'.

 

De schriftelijke melding is vanaf 4 juli direct in werking getreden. Dat wil zeggen dat vanaf dat moment voor alle dan verstreken tijdvakken (bijvoorbeeld de aangifte loonheffingen over de maand mei 2010) de betalingsonmacht schriftelijk moet worden gemeld.


. . . lees verder op Internet

Eerste Kamer stemt in met verruiming tijdelijke contracten voor jongeren tot 27 jaar

 

Werkgevers mogen jongeren tot 27 jaar gedurende de crisis langer op een tijdelijk contract laten werken. De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel hierover. Nu ontstaat na drie jaar van opeenvolgende tijdelijke contracten of bij het vierde contract een vast dienstverband, dat wordt straks na vier jaar of bij het vijfde contract. Het kabinet wil zo voorkomen dat jongeren tijdens de crisis onnodig op straat komen te staan.

 

De tijdelijke maatregel geldt in principe tot 1 januari 2012. Als de economische crisis daarna nog aanhoudt kan de maatregel worden verlengd tot uiterlijk 1 januari 2014. Werkgevers die in onzekere tijden geen perspectief kunnen bieden op een vast dienstverband hebben misschien nog wel ruimte om iemand op tijdelijke basis in dienst te houden.


. . . lees verder op Internet

 


Afmelden

Indien u deze nieuwsbrief niet meer wenst te ontvangen kunt u zich hiervoor afmelden door dit kenbaar te maken middels het sturen van een mail aan ons kantoor. Klik hiervoor op een van de knoppen bovenaan deze nieuwsbrief.

Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze digitale nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, sluiten de samenstellers van deze digitale nieuwsbrief iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die in of via deze digitale nieuwsbrief beschikbaar is.