Schenking tussen echtgenoten

Lees artikel


Scheiden en kapitaalverzekering

Lees artikel

 

Schenking tussen echtgenoten

 

Wie gaat trouwen en niet wil dat er een goederengemeenschap ontstaat, moet vóór het huwelijk naar de notaris om huwelijkse voorwaarden op te laten stellen. Daarin wordt vaak bepaald dat ieder eigenaar blijft van wat hij al had en eigenaar wordt van wat hij tijdens het huwelijk verkrijgt. Dit heet een koude uitsluiting. Dan heeft dus iedere echtgenoot zijn eigen zaken.

 

Maar wat gebeurt er nu als de ene echtgenoot iets aan de andere geeft? Daar wordt in de praktijk helemaal geen aandacht aan besteed en dat is ook geen probleem zolang het huwelijk goed is. Er zijn maar weinigen die zich houden aan de regels van de huwelijkse voorwaarden. Bijvoorbeeld, bij opname van geld van een bankrekening die aan de echtgenoot toebehoort, wordt er niet bij stilgestaan dat er wel eens sprake zou kunnen zijn van een schenking. Als u een deel van uw vermogen naar uw echtgenoot wilt schuiven, is het natuurlijk heel vervelend als deze dan ineens geconfronteerd wordt met een aanslag schenkbelasting. Dat kunt u beter goed regelen.

 

Dan moeten we beginnen met het begrip natuurlijke verbintenis. Alles wat naar uw echtgenoot gaat omdat er sprake is van een natuurlijke verbintenis, is niet belast met schenkbelasting. Er is een natuurlijke verbintenis als er een dringende morele verplichting bestaat en de naleving daarvan, hoewel niet afdwingbaar voor een rechter, moet worden beschouwd als een aan die ander toekomende prestatie. Het gaat dan vaak om de verplichting tot voorziening in het levensonderhoud. Maar u moet dan zelf bewijzen dat daarvan sprake is. En pas op met de stelling dat er sprake is van een beloning voor werk dat jaren lang voor niets is gedaan (zoals vaak gebeurt bij een onderneming), want dan kan de inspecteur ook nog stellen dat er sprake is van een arbeidsbeloning en dan is het bedrag bij uw echtgenoot belast in box 1 als inkomsten uit arbeid.

 

Een goede manier om het vermogen te verdelen zonder schenkbelasting is het opheffen van de huwelijkse voorwaarden, zodat er een algehele goederengemeenschap ontstaat. Dan wordt het hele vermogen gezamenlijk eigendom en schuift u de helft van uw vermogen naar uw echtgenoot (en omgekeerd). Volgens de staatssecretaris is er in dat geval geen sprake van een schenking (14 oktober 2008, nr. CPP2008/1426M, stcrt. Nr. 207). Ook het aangaan van een wederkerig finaal verrekenbeding (het vermogen wordt bij het einde van het huwelijk verdeeld alsof er sprake was van een algehele gemeenschap van goederen) is geen schenking. Maar als u minder dan de helft naar uw echtgenoot wil schuiven, is dit geen oplossing. U kunt wel een beperkte goederengemeenschap aangaan (of een beperkt wederkerig verrekenbeding), bijvoorbeeld van onroerende zaken, of van een bepaalde bankrekening. Maar dan kan er wel degelijk sprake zijn van een schenking. Alleen als wordt voldaan aan een natuurlijke verbintenis, is dat niet het geval, maar anders wel. U kunt dat met uw concrete gegevens voorleggen aan uw inspecteur. Maar nog beter is het als u zich goed laat voorlichten.


. . . terug naar boven

Scheiden en kapitaalverzekering

 

Veel mensen hebben een kapitaalverzekering lopen. Meestal is die afgesloten in samenhang met de financiering van de woning. Maar ook het belastingvrij sparen, zoals dat vóór 1 januari 2001 mogelijk was, was een aantrekkelijke reden om een kapitaalverzekering te sluiten. Maar wat nu als er een echtscheiding volgt. Wat moet er dan gebeuren met de kapitaalverzekering? Vaak bestaat er bij één of beide echtelieden de wens om af te kopen. Een echtscheiding kost immers veel geld. Of dat kan, hangt af van het belastingregime waar deze onder valt. Dat is weer afhankelijk van het tijdstip van het sluiten van het contract.

 

Laten we beginnen met een kapitaalverzekering die is gesloten tussen 1992 en 2001, dus voordat het nieuwe belastingstelsel in werking trad. Dan is deze verzekering 99% zeker geen kapitaalverzekering eigen woning (kew) volgens de nieuwe wet inkomstenbelasting 2001. De verzekering is bancair wél gekoppeld aan de woning (de hypotheek moet van de bank afgelost worden door de uitkering), maar fiscaal is deze niet gekoppeld. Wordt de hypotheek niet afgelost met de uitkering (met toestemming van de bank), dan volgen er dus geen fiscale sancties. Bij een echtscheiding mag een kapitaalverzekering zonder fiscale gevolgen worden toegescheiden aan één of beide echtgenoten. Beide echtelieden zouden de helft van de verzekering op hun naam kunnen krijgen. De verzekering kan dan worden afgekocht, maar voor de afkoopsom geldt nog de oude wet inkomstenbelasting, hetgeen inhoudt dat de uitkering misschien niet (volledig) vrijgesteld is. De vrijstellingen waren (en zijn nog steeds) euro 28.134 bij minimaal 15 jaar premiebetaling (hoogste premie mag niet meer dan 10 keer hoger zijn dan laagste) plus euro 95.294 na 20 jaar premiebetaling binnen deze bandbreedte. Het is niet nodig dat de eigenaar van de verzekering een eigen woning heeft; hij mag gaan wonen in een huurwoning en toch de kapitaalverzekering houden.

 

Als de verzekering een echte kew is, dus afgesloten na 1 januari 2001, ligt de zaak anders. Zomaar afkopen lukt dan niet zonder belastingheffing, de looptijd van 15 c.q. 20 jaar is zeker nog niet gehaald. Maar er zijn wel afkoopmogelijkheden als het huis gezamenlijk eigendom was. Stel dat uw ex zijn deel van de kew wil afkopen. Als u het deel van het huis van uw ex toegescheiden krijgt, is dat namelijk voor hem een verkoop van de helft van de woning, en bij verkoop kan een kew zonder belastingheffing worden afgekocht, zelfs als de schuld op de eigen woning niet wordt afgelost. Maar het is ook mogelijk dat u de hele verzekering toegescheiden krijgt, zonder belastingheffing. Dan krijgt u zijn deel erbij. Het moet dan wel een kapitaalverzekering eigen woning blijven, hetgeen inhoudt dat u een eigen woning moet hebben. Krijgt u niet de oude eigen woning, maar koopt u zelf een nieuwe woning, dan mag de verzekering daaraan gekoppeld worden.

 

Tot slot de kapitaalverzekering die vóór 1 januari 1992 werd gesloten. Daarbij gelden vrijstellingen die uitsluitend afhankelijk zijn van de looptijd van de verzekering in combinatie met de bandbreedte (verhouding tussen hoogste en laagste premie). Als aan die eisen wordt voldaan, kan de verzekering zonder belastingheffing worden afgekocht.


. . . terug naar boven

Informatie over nieuwe werkkostenregeling

 

Per 1 januari 2011 wordt een nieuwe regeling ingevoerd: de werkkostenregeling. Door deze regeling kunt u maximaal 1,4% van uw totale fiscale loon (de 'vrije ruimte') besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor uw werknemers. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt u loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80%. Daarnaast kunt u bepaalde zaken onbelast blijven vergoeden of verstrekken door gebruik te maken van de gerichte vrijstellingen.

 

U bent niet verplicht gebruik te maken van de werkkostenregeling. Tot en met 2013 mag u ook de bestaande regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen blijven gebruiken. Maar de werkkostenregeling heeft een aantal voordelen:

 

  • U kunt een vast percentage van de loonsom onbelast vergoeden en verstrekken.
  • U hoeft de meeste vergoedingen en verstrekkingen niet meer op werknemersniveau in uw loonadministratie te registreren.
  • U hoeft geen rekening meer te houden met de voorwaarden en beperkingen van de bestaande regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen: u krijgt meer vrijheid.
  • U waardeert loon in natura tegen de factuurwaarde.

 

U hoeft de factuur dan alleen in uw financiële administratie te boeken en niet ook in uw loonadministratie. Binnen de werkkostenregeling kunt u nog steeds belast loon omzetten in een vrije vergoeding of verstrekking volgens het cafetariasysteem. Toch is het niet altijd gunstig om te kiezen voor de werkkostenregeling.


. . . lees verder op Internet

Risicoinventarisatie voor kleine werkgever gemakkelijker

 

Werkgevers met maximaal 25 werknemers kunnen vanaf 1 januari 2011 afzien van een deskundige bij het opstellen en evalueren van risico's in hun bedrijf. Dat mag alleen als zij gebruik maken van een erkend systeem voor Risicoinventarisatie en Evaluatie van de branche. Ook moeten werknemers vanaf 1 januari 2011 de Risicoinventarisatie van hun bedrijf kunnen inzien.

 

De werkgever beschrijft in de Risicoinventarisatie de risico's die het werk met zich mee kan brengen en de maatregelen die het bedrijf neemt. Elke werkgever is verplicht een Risicoinventarisatie op te stellen. Werkgevers en werknemers zijn samen verantwoordelijk voor goede arbeidsomstandigheden.

 

De vereenvoudiging van de Risicoinventarisatie verlaagt de administratieve lasten voor kleine werkgevers. Bedrijven die gebruik maken van een standaard model voor het opzetten van de Risicoinventarisatie zoals in de cao opgenomen, hoefden al geen toetsing meer te laten uitvoeren door een deskundige.


. . . lees verder op Internet

Periodieke giften ook aftrekbaar zonder ANBI-status

 

Periodieke giften aan instellingen die vanaf 1 februari 2010 niet meer worden aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI), zijn onder bepaalde voorwaarden toch aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Dat heeft de minister van Financiën recent goedgekeurd, zo meldt het Register Belastingadviseurs.

 

Giften aan een ANBI zijn onder voorwaarden aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. De regels om als ANBI te kunnen worden aangemerkt zijn gewijzigd. Daardoor heeft een aantal voormalige ANBI's deze status met ingang van 1 februari 2010 verloren. Giften aan een dergelijke instelling zijn dan niet langer aftrekbaar. Dat is vervelend voor mensen die een periodieke gift doen. Bij het verlies van de ANBI-status door de instelling kunnen zij die gift tussentijds niet altijd beëindigen.

 

De minister van Financiën heeft nu goedgekeurd dat bij lopende verplichtingen de periodieke giften toch aftrekbaar blijven. Deze goedkeuring geldt niet als de schenker contractueel de periodieke gift kan beëindigen bij verlies van de ANBI-status door de instelling, maar dat niet doet en als de instelling een afgezonderd particulier vermogen heeft.


. . . lees verder op Internet

Nieuwe goedkeuringen dividendbelasting

 

Demissionair minister De Jager heeft een nieuw Verzamelbesluit Dividendbelasting gepubliceerd. Naast een aantal actualiseringen bevat het Besluit ook nieuwe goedkeuringen, waarmee de minister vooruitloopt op nieuwe wetgeving. De nieuwe goedkeuringen in het besluit houden het volgende in.

 

  • Ten eerste kunt u de dividendnota voortaan ook elektronisch verstrekken. Tot op heden kon dat alleen op papier. De elektronische versie moet dezelfde gegevens bevatten als de papieren versie.
  • Verder hoeft u geen dividendnota uit te reiken als de rechthebbende een aanmerkelijk belang heeft. U hoeft ook geen dividendnota uit te reiken in situaties waarin geen dividendbelasting wordt ingehouden, omdat de deelnemingsvrijstelling van toepassing is of sprake is van een fiscale eenheid.


. . . lees verder op Internet

Reisverklaring én plaatsbewijs nodig voor claim reisaftrek

 

Voor het regelmatige woon-werkverkeer met het openbaar vervoer bestaat onder voorwaarden recht op de reisaftrek. De reisaftrek is een aftrekpost naar een bepaald vast bedrag afhankelijk van de afgelegde reisafstand.

 

De reisaftrek bedraagt in 2010 maximaal euro 1.989 en wordt evenredig verminderd bij een kortere werkperiode dan een jaar en bij werkweken die gewoonlijk uit minder dan vier werkdagen bestaan. Ook wordt de reisaftrek verminderd met eventuele van de werkgever ontvangen vergoedingen voor het met het openbaar vervoer afgelegde traject. De belangrijkste voorwaarden voor de reisaftrek betreffen:

 

  • regelmatig woon-werkverkeer (ten minste eenmaal per week);
  • de reisafstand (minimaal 10 kilometer);
  • openbaarvervoerverklaring of reisverklaring.

 

Naast de wettelijke bepalingen van de reisaftrek bestaat nog aanvullende regelgeving. Indien u beschikt over een reisverklaring en de reisaftrek claimt, kan de inspecteur u vragen om hem op verzoek uw reisverklaring en originele plaatsbewijzen te tonen. Indien u niet meer beschikt over de originele plaatsbewijzen, kan de inspecteur de reisaftrek weigeren. De Hoge Raad heeft onlangs in een beknopt arrest beslist dat de weigering in zo'n geval terecht is.


. . . lees verder op Internet

 


Afmelden

Indien u deze nieuwsbrief niet meer wenst te ontvangen kunt u zich hiervoor afmelden door dit kenbaar te maken middels het sturen van een mail aan ons kantoor. Klik hiervoor op een van de knoppen bovenaan deze nieuwsbrief.

Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze digitale nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, sluiten de samenstellers van deze digitale nieuwsbrief iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die in of via deze digitale nieuwsbrief beschikbaar is.