|
|
|
|
Studiekosten
zijn onder voorwaarden fiscaal aftrekbaar. In de wet wordt
gesproken van 'scholingsuitgaven'. Deze aftrek maakt deel uit van
de persoonsgebonden aftrek. De studie dient te zijn gericht op een
financieel-economische verbetering van de positie in de
maatschappij. Voor de aftrek geldt een drempel van euro 500 en een
maximum van euro 15.000. Als recht bestaat op aftrek van de vaste
bedragen in het kader van de Wet studiefinanciering 2000, wordt het
maximum daarmee verhoogd. Als de studie wordt gevolgd als hobby of
uit persoonlijke interesse, zijn de kosten niet aftrekbaar. Het
motief moet zijn de verwerving van een inkomen. Bovendien moet dit
ook redelijkerwijs binnen de mogelijkheden liggen. Als bijvoorbeeld
iemand van 65 jaar een universitaire studie filosofie gaat volgen,
zal dit waarschijnlijk niet het geval zijn.
De kosten
van een studie komen ten laste van de winst uit onderneming als de
studie wordt gevolgd in het kader van de onderneming of het
zelfstandige beroep. Voorbeelden zijn een tandarts die een cursus
volgt voor het verrichten van cosmetische ingrepen aan het gebit en
een accountant die zich laat bijscholen in de bedrijfswaardering.
Als men echter een studie volgt om later een ander vak te gaan
uitoefenen, zijn de bijbehorende kosten geen ondernemingskosten
maar 'scholingsuitgaven'. Te denken valt aan een deurwaarder die
rechten studeert aan de universiteit. Hij zal de te verwerven
kennis weliswaar kunnen gebruiken in zijn deurwaarderspraktijk,
maar dit is echter onvoldoende reden om de kosten als
ondernemingskosten af te trekken.
De aftrek
als ondernemingskosten zou fiscaal goed uitkomen vanwege het
vermijden van het niet-aftrekbare bedrag van euro 500. Bovendien kan een lagere winst tot een hogere
zelfstandigenaftrek leiden.
Verder kan er nog op worden
gewezen dat bij scholingsuitgaven anders dan bij ondernemingskosten
geen aftrek kan
plaatsvinden van reis- en verblijfkosten. Als men kan volhouden dat een studie
gevolgd is in het kader van de onderneming, tellen de geinvesteerde
uren mee voor het zogenaamde urencriterium. Dat kan van belang zijn voor de
toepassing van de zelfstandigenaftrek. Dit speelde bij een
free-lance communicatieadviseur. Zij volgde een zware studie
communicatie en wilde de uren meetellen voor het urencriterium. De
inspecteur en de belastingrechter wezen dit echter af. De
belastingrechter overwoog hierbij het volgende: "Worden de met
de studie vergaarde kennis en vaardigheden benut voor het opstarten
van nieuwe activiteiten of het verkrijgen van een nieuwe
andersoortige klantenkring, dan behoren de kosten niet tot de winst
uit onderneming, maar tot de persoonsgebonden aftrek."
. . . terug naar boven
|
Successiewet gunstig voor ondernemingsvermogen
Onlangs is
de Successiewet ingrijpend gewijzigd. Deze wet regelt de
belastbaarheid van schenkingen en erfenissen. Het tarief tussen
ouders en kinderen bedraagt voor de eerste euro 118.000 10% en voor
het meerdere 20%. Tot 2010 was het toptarief 27%. Voor de zeer
vermogenden is er dus sprake van een verlichting.
De oude wet
kende een vrijstelling voor ondernemingsvermogen van 75%. Deze
vrijstelling heette 'bedrijfsopvolgingsfaciliteit'. Nu wordt zij
'bedrijfsopvolgingsregeling' genoemd. De vrijstelling is verhoogd
naar 100% tot euro 1.000.000 en 83% voor het meerdere. De filosofie
hierachter is dat de wetgever de overgang van ondernemingen binnen
de familie niet wil belemmeren. Velen vinden dat de wetgever met
deze vrijstelling doorschiet. De erfgenamen van iemand die zijn
bedrijf heeft verkocht voor euro 2.000.000 en korte tijd daarna
overlijdt, betalen het volle pond. Als deze persoon iets eerder was
overleden en de erfgenamen dus de onderneming hadden geërfd, was de
erfbelasting maar een fractie geweest van wat normaliter
verschuldigd zou zijn.
Onder
onderneming valt ook een aandelenpakket in een BV met een
onderneming. De verkrijger van het ondernemingsvermogen moet de
onderneming minimaal vijf jaar voortzetten. Doet hij dat niet, dan
vervalt de vrijstelling met terugwerkende kracht. Hij moet dan
alsnog erfbelasting betalen, verhoogd met heffingsrente.
De praktijk
is vaak dat één van de kinderen het bedrijf voortzet. Dit leidt
veelal tot een zogenaamde overbedeling. De andere kinderen krijgen
een 'onderbedelingsvordering' op hun broer of zus. Voor de
onderbedelingsvordering geldt de vrijstelling niet. Wel kan men
hiervoor een beroep doen op een betalingsregeling voor de
erfbelasting. Deze belasting hoeft dan pas over tien jaar te worden
betaald (met rente).
De zeer
royale vrijstelling voor ondernemingsvermogen kan mensen op het idee brengen
om in het zicht van het overlijden nog snel even een onderneming
aan te kopen. Hier moet men echter niet te gemakkelijk over denken.
De kinderen moeten namelijk ten minste vijf jaar voortzetten.
Bovendien stelt de wet de eis dat de overledene de onderneming
minimaal een jaar in zijn bezit gehad moet hebben. Toch lijkt het
waarschijnlijk dat de zeer vermogende Nederlanders zullen trachten
via de vrijstelling voor ondernemingsvermogen erfbelasting te
besparen.
. . . terug naar boven
|
|
|
|
|
De Jager versoepelt regels dividendnota voor
DGA
Minister de
Jager van Financiën heeft besloten dat uitreiking van de
dividendnota achterwege kan
blijven bij dividenduitkeringen aan een
directeur-grootaandeelhouder (DGA). DGA's hoeven bij een
dividenduitkering van
de eigen BV niet langer een
dividendnota aan zichzelf te sturen.
Een
dividendnota is ook niet langer verplicht indien inhouding van
dividendbelasting achterwege blijft in het geval dat de
deelnemingsvrijstelling van toepassing is of als sprake is van een
fiscale eenheid.
De overige
dividendnota´s mogen voortaan elektronisch worden verstrekt. Een
papieren exemplaar is niet langer nodig. Dividendnota's worden
opgesteld door financiële instellingen die dividend uitkeren aan
klanten die hun aandelen bij de bank in depot hebben gegeven. Het
schrappen van miljoenen papieren dividendnota´s per jaar leidt tot
een aanzienlijke administratieve lastenverlichting.
. . . lees verder op Internet
|
Boete inkeerregeling naar 30 procent
De
inkeerregeling voor zwartspaarders wordt per 1 juli aangescherpt.
Sinds 1 januari 2010 betalen inkeerders 15 procent boete. Per 1
juli 2010 wordt dat 30 procent. Staatssecretaris De Jager maakte
dit onlangs bekend in de Tweede Kamer. Hij wil de prikkel om zwart
geld aan te melden, versterken.
Afgelopen
jaar meldden meer dan 8.000 zwartspaarders ruim euro 2,2 miljard
aan buitenlands vermogen aan bij de Belastingdienst. Inkeerders
betalen alsnog de verschuldigde belasting over het vermogen dat zij
de afgelopen 12 jaar in het buitenland buiten het zicht van de
fiscus probeerden te houden. De boete voor belastingplichtigen die
hun zwart geld niet aanmelden, is vorig jaar verhoogd naar 300
procent.
. . . lees verder op Internet
|
Maak tijdig bezwaar tegen de WOZ-beschikking
Elke
huiseigenaar heeft onlangs de WOZ-beschikking in de bus gekregen of
krijgt die binnenkort. Is de waarde van een huis te hoog ingeschat
en doet de eigenaar hier niets tegen, dan betaalt hij het komende
jaar teveel belasting. Hoe maakt iemand bezwaar?
De nieuwe
WOZ-beschikking is bepalend voor de inkomstenbelasting, onroerende
zaakbelasting en waterschapsheffing die de woningeigenaar het
komende jaar betaalt. Die zijn namelijk gebaseerd op de door de
gemeente geschatte waarde van het huis. De eigenaar ontvangt de
beschikking ieder jaar.
Een bezwaar
moet binnen zes weken na dagtekening van de beschikking zijn
ingediend. Is deze termijn niet haalbaar, stuur of fax dan alvast
een brief waarin onder de kop 'pro forma bezwaarschrift' staat dat
het bezwaar binnen bepaalde tijd wordt aangevuld. De eigenaar
verliest dan geen rechten. Geef wel aan voor welke datum de
gemeente een aanvulling kan
verwachten.
. . . lees verder op Internet
|
De Jager verruimt
urencriterium zelfstandigenaftrek voor ZZP’ers
Minister De
Jager van Financiën geeft zelfstandigen zonder personeel een
steuntje in de rug. Om het
urencriterium voor de zelfstandigenaftrek te kunnen halen mogen ook
uren worden meegerekend die worden besteed aan acquisitie, scholing
en het bijhouden van de administratie. De Belastingdienst zal hier
soepel mee omgaan. De Jager maakte dit recent bekend . De Jager:
"Met deze maatregel geef ik gehoor aan de signalen dat
zelfstandigen zonder personeel door de crisis vaak zwaar worden
getroffen. Ik reken er op dat de overgrote meerderheid van deze
groep hierdoor alsnog in aanmerking komt voor de
zelfstandigenaftrek."
Door de
crisis kampen veel ZZP'ers met minder opdrachten, zodat ze moeite
hebben met het halen van de norm van 1225 uur om de
zelfstandigenaftrek te mogen claimen. ZZP'ers die minder omzet
hebben, besteden relatief meer tijd aan acquisitie en scholing en
die uren tellen ook mee. Dit geldt ook voor andere niet-declarabele
activiteiten zoals het bijhouden van de administratie. De maatregel
geldt voor de belastingaangifte over 2009 en 2010.
. . . lees verder op Internet
|
Meer controle op
deponeringsplicht
De overheid
heeft vorig jaar bijna twee keer zo veel ondernemingen onderzocht
die niet aan de verplichting voldeden om hun jaarstukken te
deponeren. Ongeveer de helft van de onderzochte bedrijven kreeg een
proces-verbaal. Dit meldt het ministerie van Financiën.
De
Belastingdienst gaat door met de intensieve controle op de naleving
van de deponeringsplicht. In 2009 werden 1.061 bedrijven
onderzocht. Dit is een verdubbeling ten opzichte van het jaar
ervoor. Tegen 547 van de onderzochte rechtspersonen werd
proces-verbaal opgemaakt. Het ging hierbij vooral om lege
rechtspersonen.
. . . lees verder op Internet
|
|
|
|