Beperking
zelfstandigenaftrek voor ondernemers met lage winsten
Lees artikel
|
Privé
rijden ondernemer, hoe zit het met de BTW?
Lees artikel
|
Beperking zelfstandigenaftrek voor ondernemers met lage winsten
Ondernemers
kunnen de winst die zij maken vaak niet vrij besteden. Soms is die winst
nodig om investeringen of voorraden te financieren. Dit is waarom de
zelfstandigenaftrek in 1975 is ingevoerd. Aanvankelijk als tijdelijke
maatregel, maar deze faciliteit werd een blijvertje. Het betreft een
aftrekpost voor ondernemers waardoor zij over een lager bedrag belasting
verschuldigd zijn.
De zelfstandigenaftrek is hoog bij lage winsten en laag bij hoge
winsten. Zo bedraagt deze aftrek bij winsten tot euro 13.695 euro 9.251 en
bij winsten vanaf euro 58.340 euro 4.488. De gedachte hierachter is dat
kleine ondernemers meer steun nodig hebben. Om
voor zelfstandigenaftrek in aanmerking te komen, moet de ondernemer aan het
zogenaamde urencriterium voldoen. Hij moet in het belastingjaar ten minste
1225 uur aan de onderneming hebben besteed en meer dan 50% van zijn
werkzame tijd.
Stel een ondernemer handelt in antiek en prullaria. Hij verkoopt
zijn waar hoofdzakelijk op vlooienmarkten. Hij verdient hiermee na aftrek
van kosten euro 4.000. De zelfstandigenaftrek bedraagt zoals u hiervoor
heeft kunnen lezen euro 9.251. Hierdoor komt zijn fiscale winst uit op euro
5.251 negatief. Deze ondernemer is daarnaast in deeltijd in loondienst
werkzaam als conciërge. De negatieve fiscale winst kan hij verrekenen met zijn loon.
Hierdoor heeft hij elk jaar recht op een forse belastingteruggaaf.
In 2010 zal deze vlieger niet meer opgaan. Als door de
zelfstandigenaftrek een negatieve winst ontstaat, kan niet langer verrekening daarvan
plaatsvinden met bijvoorbeeld looninkomsten. In het voorbeeld zou de
ondernemer van de euro 9.251 aan zelfstandigenaftrek slechts euro 4.000
kunnen benutten. De ondernemer is het niet-benutte deel van de zelfstandigenaftrek
niet kwijt. Dit bedrag wordt namelijk doorgeschoven naar de volgende negen
jaren. Als de ondernemer binnen deze termijn voldoende positieve winsten
behaalt, kan
hij de vooruitgeschoven zelfstandigenafrek alsnog benutten.
Deze beperking geldt trouwens niet voor
startende ondernemers. Volgens de definitie van de belastingwet is een
startende ondernemer iemand die in de vijf voorafgaande jaren niet meer dan
twee keer zelfstandigenaftrek heeft genoten. Een startende ondernemer zal
dus wel een door de zelfstandigenafrek veroorzaakte negatieve winst kunnen
verrekenen met andere inkomsten. Startende ondernemers hebben zelfs recht
op een verhoogde zelfstandigenaftrek. Voor 2009 bedraagt de extra aftrek
voor starters euro 2.070.
. . .
terug naar boven
|
Privé rijden ondernemer, hoe zit het met de BTW?
Privé-gebruik
van een auto van de zaak wordt als privé-voordeel in aanmerking genomen op
basis van een percentage van de cataloguswaarde. De hoofdregel is 25%. Stel
dat de winst na aftrek van de autokosten euro 50.000 bedraagt dan
vermeerdert de fiscus deze winst met 25% van de cataloguswaarde. De
ondernemer die deze bijtelling wil vermijden, kan de auto privé houden. Hij mag dan 19
cent per zakelijk gereden kilometer aan de onderneming in rekening brengen.
Woonwerkverkeer valt hier ook onder. Kiest de ondernemer hiervoor dan moet
hij alle kosten privé dragen. Hij kan
dan bijvoorbeeld niet naast de 19 cent per kilometer parkeerkosten op de
zaak boeken. Deze keus is in principe voordelig als de kosten van de auto
laag zijn in verhouding tot de cataloguswaarde. Zo is het bij een gebruikte
auto vrijwel altijd voordelig om privé te gaan rijden.
Als de ondernemer BTW in rekening brengt over zijn levering of
diensten, mag hij de BTW die hem in rekening is gebracht verrekenen met de
BTW die hij aan zijn klanten in rekening heeft gebracht. Een negatief saldo
krijgt hij terug van de fiscus. Als hij zakelijk rijdt in een auto waarin
ook privé wordt gereden, is de BTW met betrekking tot de auto verrekenbaar.
Voor het privé-gebruik wordt eens per jaar een forfaitair bedrag van 12%
van de bijtelling voor de inkomstenbelasting bij de af te dragen BTW geteld
(aldus 12% van 25% van de cataloguswaarde).
Als de ondernemer voor de IB (inkomstenbelasting)
privé rijdt, kan
hij ervoor kiezen voor de BTW zakelijk te rijden. In de praktijk is het
echter gebruikelijk dat als de ondernemer voor de IB privé rijdt, hij ook
voor de BTW privé rijdt. In dat geval ligt het voor de hand te
veronderstellen dat geen BTW-aftrek mogelijk is. Ook niet voor de zakelijk
gereden kilometers. De staatssecretaris van Financiën heeft echter
toegezegd dat de ondernemer in dat geval een deel van de BTW op de
brandstof- en onderhoudskosten kan
verrekenen. Als de ondernemer bijvoorbeeld 60% van de kilometers zakelijk
heeft gereden, kan hij in de laatste BTW-aangifte van het jaar 60% van deze
BTW verrekenen. Daarvoor moet hij wel over de bijbehorende bonnetjes
beschikken. Het percentage zakelijk gebruik kan worden vastgesteld aan de hand van
de kilometers die de ondernemer tegen 19 cent aan de zaak heeft
gedeclareerd in verhouding tot de totale kilometers. De BTW wordt hierbij
nogal eens vergeten en dat zou zonde zijn. Het kan om een substantieel bedrag gaan.
Stel dat de brandstof en onderhoudskosten in een jaar euro 5.000 zijn
geweest waarin circa euro 800 BTW zit. Bij 60% zakelijk gebruik kan in dat geval
euro 480 worden teruggevraagd.
. . .
terug naar boven
|
|
|
|
|
|
Vanaf
2010 BTW aangeven en terugvragen in eigen land
Per 1 januari 2010 veranderen de regels voor BTW-heffing in
Europa. Dit houdt in dat ondernemers die zaken doen met het buitenland, BTW
moeten aangeven en terugvragen in Nederland.
Zij moeten hun leveringen en diensten regelmatig melden aan de
Belastingdienst.
De belangrijkste nieuwe regels zijn:
- Als u een dienst afneemt,
geeft u de BTW aan in eigen land.
- Als u diensten verleent,
doet u opgaaf intracommunautaire prestaties (ICP). Dit betekent dat u
de Belastingdienst een overzicht van verrichte diensten stuurt.
- Als u goederen levert voor
meer dan euro 100.000 per kwartaal, doet u maandelijks opgaaf ICP.
- U vraagt voortaan bij de
Nederlandse belastingdienst elektronisch BTW terug uit EU-landen.
.
. . lees verder op Internet
|
Minister De Jager komt dga's
tegemoet
De staatssecretaris van Financiën versoepelt de
gebruikelijkloonregeling voor directeuren-grootaandeelhouders (dga's) van
vennootschappen. Bedrijven mogen het gebruikelijk loon van de dga in 2009
en 2010 verlagen als de bedrijfsresultaten door de economische crisis zijn
verslechterd.
Het besluit waarin de staatssecretaris deze maatregel goedkeurt,
kwam tot stand na overleg met vertegenwoordigers van VNO-NCW, de NOAB en
SRA.
.
. . lees verder op Internet
|
Bedrijfsopvolgingsregeling
fiscaal voordeliger
Staatssecretaris De Jager versoepelt de bedrijfsopvolgingsregeling
voor familiebedrijven. Daarnaast verlengt hij de termijn voor samenwoners
om een samenlevingscontract bij de notaris af te sluiten.
Staatssecretaris De Jager versoepelt de bedrijfsopvolgingsregeling
voor kleine aandelenpakketten in familiebedrijven. Hiermee wordt voorkómen
dat bedrijven waarvan de aandelen meerdere keren zijn vererfd in
moeilijkheden komen. Als zo’n aandelenpakket wordt verkregen van iemand die
in het verleden aanspraak heeft kunnen maken op de regeling, komt de
verkrijger daarvoor ook in aanmerking. Hierbij wordt een ondergrens van 0,5
% belang in de werkmaatschappij gehanteerd.
Samenwoners krijgen langer de tijd om bij de notaris een
samenlevingscontract af te sluiten. Hierdoor kunnen zij gebruik maken van
een lager tarief en een hogere vrijstelling in de successiewet. Zij moeten
voor 1 januari 2011 een contract hebben afgesloten.
.
. . lees verder op Internet
|
De Jager snoeit in
kostenregelingen voor werknemers
Jaarlijks betalen werkgevers ongeveer 10 miljard euro aan
onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Staatssecretaris Jan Kees de
Jager van Financiën gaat snoeien in het woud van vergoedingen en
verstrekkingen die werknemers ontvangen. Het grootste deel van de
aftrekposten zal worden vervangen door een vast bedrag van 1,5 procent van
de totale loonsom van de werkgever. Het doel is om de administratieve
rompslomp bij de werkgever en de Belastingdienst te verminderen. Het gaat
hierbij om gedeeltelijk onbelaste vergoedingen en verstrekkingen die
werkgevers uitkeren voor zaken als representatie, producten uit het eigen
bedrijf, mobiele telefoon, en kerstpakketten.
Voor een aantal vergoedingen blijft wel een aparte regeling
bestaan. Daartoe behoren reis- en verblijfkosten voor zakelijke doeleinden,
cursus- en studiekosten en verhuiskosten bij bedrijfsverplaatsing. Hiermee
zijn meestal grotere bedragen gemoeid waarvoor specifieke voorwaarden
gelden om deze onbelast te mogen vergoeden aan de werknemer. Verder blijven
intermediaire kosten ongemoeid. Dat zijn kosten die specifiek samenhangen
met de bedrijfsvoering en die de werknemer maakt in opdracht en voor
rekening van de werkgever. Als voorbeeld kan men denken aan uniformkleding en
zakelijke maaltijden met relaties. De operatie moet voor de schatkist per
saldo budgettair neutraal uitpakken.
Voor individuele werknemers kan
de nieuwe forfaitregeling ongunstig uitpakken wanneer nu reeds meer dan 1,5
procent van het brutoloon aan vergoedingen en verstrekkingen wordt gegeven
door de werkgever en deze de nieuwe forfaitaire ruimte anders moet verdelen
over zijn personeel. In dat geval kan
de werkgever het deel van de vergoedingen boven het forfait bruteren. Dit
leidt echter tot hogere loonkosten voor de werkgever.
.
. . lees verder op Internet
|
Strengere controle aangiften
loonheffingen
Vanaf oktober gaan de Belastingdienst uw aangiften en correcties
loonheffingen strenger controleren. Dit geldt voor alle aangiften en
correcties over 2009 vanaf 1 oktober. Ook bij bepaalde fouten in de
werknemersgegevens worden aangiftes geweigerd. U moet dan opnieuw aangifte
doen.
Als de Belastingdienst uw aangifte weigert, krijgt degene die de
aangifte heeft verstuurd, binnen 48 uur elektronisch bericht. In dit
bericht staat welke soorten fouten er in de aangifte zitten. En er staan
van elke foutsoort maximaal 3 voorbeelden uit de aangifte in. U moet dan in
ieder geval opnieuw aangifte doen.
.
. . lees verder op Internet
|
|
|
|
|
|