De BTW is een
belasting die de consumptie door particulieren treft. Zij wordt daarom ook wel
een verbruiksbelasting genoemd. De feitelijke heffing vindt echter bij
ondernemers plaats. Zij fungeren feitelijk als onbezoldige
belastingambtenaren. Een ondernemer die BTW-belaste prestaties verricht,
moet zijn cliënten BTW in rekening brengen.
Deze BTW moet hij afdragen aan de fiscus. Daar staat tegenover dat
hij de BTW die hem door toeleveranciers en dergelijke in rekening is
gebracht van de fiscus kan terugvragen. Het komt erop neer dat hij het
saldo van de af te dragen en terug te vragen BTW afdraagt. Als het saldo
negatief is, betaalt de Belastingdienst dit uit.
Merkwaardig is dat de heffing van BTW aansluit bij de
gefactureerde omzet. Het kan dus gebeuren dat er BTW moet worden
afgedragen, terwijl deze nog niet door de klant is betaald. Als een ondernemer
te maken heeft met trage betalers, kan dit een liquiditeitsprobleem met
zich meebrengen. Dit is inherent aan het systeem. Zo is de ondernemer niet
alleen onbezoldigd belastingambtenaar maar ook onbezoldig financier van de
overheid.
Het komt voor dat een ondernemer gefactureerde BTW heeft
afgedragen, terwijl de klant uiteindelijk niet blijkt te betalen. Zo zou de
klant failliet kunnen gaan of door financiële moeilijkheden zijn facturen
geheel of gedeeltelijk onbetaald kunnen laten. In zo'n geval krijgt de
ondernemer de afgedragen BTW van de fiscus terug. Hiervoor moet wel een
verzoek worden ingediend. Deze BTW mag niet als voorbelasting op de
aangifte worden gesaldeerd, maar moet per brief aan de Belastingdienst
worden gemeld. Het verzoek om teruggave kon vroeger in een aparte rubriek
op de gewone aangifte worden gedaan. Sinds de elektronische aangifte gaat
dit per brief.
Vast moet staan dat de klant niet heeft betaald
en niet zal betalen. De Belastingdienst gaat niet zonder meer met een
opgaaf van de ondernemer akkoord. Daarom is het aan te raden de aanmaningen
en andere relevante documentatie mee te sturen, bijvoorbeeld de mail of de
fax van een klant waarin hij aangeeft dat hij niet zal betalen. Als een
klant failliet is gegaan, neemt de Belastingdienst zonder meer aan dat
betaling achterwege zal blijven. Om het liquiditeitsnadeel van de BTW te
beperken, is het verstandig regelmatig te verzoeken om teruggaaf van de
onbetaald gebleven BTW.
. . .
terug naar boven