Ga naar onze websiteStuur ons een e-mail 

 


De auto bij de start van de onderneming

Lees artikel


 


Restitutie van BTW als de klant niet betaalt

Lees artikel


De auto bij de start van de onderneming

De laatste jaren hebben zich veel mensen bij de Kamer van Koophandel en de Belastingdienst als ondernemer geregistreerd. Veel van deze ondernemers gebruiken een auto voor hun onderneming. In de praktijk kan de vraag rijzen of deze auto het beste tot het privé- of tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend. Anders gezegd, kan het beste privé of zakelijk worden gereden?

Als privé wordt gereden kunnen de autokosten zakelijk niet worden afgetrokken. Denk hierbij aan brandstof, onderhoud, afschrijving, financiering, parkeren etc. De fiscale aftrek blijft bij dit scenario beperkt tot een schamele 19 cent per gereden zakelijke kilometer.

Als zakelijk wordt gereden komen alle autokosten ten laste van de winst. Dat lijkt heel plezierig, maar de keerzijde van de medaille is dat de fiscus veronderstelt dat er ook sprake is van een bepaald privé-gebruik van de auto. Dit gebruik wordt gesteld op 25% van de catalogusprijs inclusief BPM en BTW. Voor milieuvriendelijke auto's kan een lagere bijtelling van toepassing zijn, namelijk 20% of 14%. Deze bijtelling verlaagt het bedrag dat effectief kan worden afgetrokken. Stel dat de totale autokosten in een jaar euro 15.000 zijn en dat de bijtelling voor privé-gebruik euro 10.000 bedraagt, dan kan er euro 5.000 worden afgetrokken. De bijtelling blijft overigens achterwege als men aan de hand van een sluitende kilometer-administratie kan aantonen op jaarbasis niet meer dan 500 km privé te hebben gereden.

Veel startende ondernemers kopen geen andere auto, maar gaan eenvoudigweg de auto die zij reeds bezitten zakelijk gebruiken. In zo'n geval is het bijna altijd aantrekkelijk privé te gaan rijden. Omdat het feitelijk een tweedehands auto is, zijn de kosten vaak relatief gering. Dat komt voornamelijk door de lage afschrijving. In zo'n geval weegt het voordeel van de (lage) fiscale aftrekbaarheid van de autokosten doorgaans niet op tegen de (hoge) bijtelling. Ook om BTW-technische redenen is het privé rijden hier voordelig. De in het verleden als particulier bij de aankoop betaalde BTW krijgt men namelijk niet meer terug.

. . . terug naar boven



Restitutie van BTW als de klant niet betaalt

De BTW is een belasting die de consumptie door particulieren treft. Zij wordt daarom ook wel een verbruiksbelasting genoemd. De feitelijke heffing vindt echter bij ondernemers plaats. Zij fungeren feitelijk als onbezoldige belastingambtenaren. Een ondernemer die BTW-belaste prestaties verricht, moet zijn cliënten BTW in rekening brengen.

Deze BTW moet hij afdragen aan de fiscus. Daar staat tegenover dat hij de BTW die hem door toeleveranciers en dergelijke in rekening is gebracht van de fiscus kan terugvragen. Het komt erop neer dat hij het saldo van de af te dragen en terug te vragen BTW afdraagt. Als het saldo negatief is, betaalt de Belastingdienst dit uit.

Merkwaardig is dat de heffing van BTW aansluit bij de gefactureerde omzet. Het kan dus gebeuren dat er BTW moet worden afgedragen, terwijl deze nog niet door de klant is betaald. Als een ondernemer te maken heeft met trage betalers, kan dit een liquiditeitsprobleem met zich meebrengen. Dit is inherent aan het systeem. Zo is de ondernemer niet alleen onbezoldigd belastingambtenaar maar ook onbezoldig financier van de overheid.

Het komt voor dat een ondernemer gefactureerde BTW heeft afgedragen, terwijl de klant uiteindelijk niet blijkt te betalen. Zo zou de klant failliet kunnen gaan of door financiële moeilijkheden zijn facturen geheel of gedeeltelijk onbetaald kunnen laten. In zo'n geval krijgt de ondernemer de afgedragen BTW van de fiscus terug. Hiervoor moet wel een verzoek worden ingediend. Deze BTW mag niet als voorbelasting op de aangifte worden gesaldeerd, maar moet per brief aan de Belastingdienst worden gemeld. Het verzoek om teruggave kon vroeger in een aparte rubriek op de gewone aangifte worden gedaan. Sinds de elektronische aangifte gaat dit per brief.

Vast moet staan dat de klant niet heeft betaald en niet zal betalen. De Belastingdienst gaat niet zonder meer met een opgaaf van de ondernemer akkoord. Daarom is het aan te raden de aanmaningen en andere relevante documentatie mee te sturen, bijvoorbeeld de mail of de fax van een klant waarin hij aangeeft dat hij niet zal betalen. Als een klant failliet is gegaan, neemt de Belastingdienst zonder meer aan dat betaling achterwege zal blijven. Om het liquiditeitsnadeel van de BTW te beperken, is het verstandig regelmatig te verzoeken om teruggaaf van de onbetaald gebleven BTW.

. . . terug naar boven

 

 

 

 


Nationale Hypotheekgarantie tijdelijk verhoogd naar 350.000 euro

De ministerraad heeft ingestemd met een tijdelijke verhoging van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Het kabinet wil daarmee de effecten van de kredietcrisis op de woningmarkt tegengaan. De NHG is met ingang van 1 juli 2009 verhoogd van 265.000 euro naar 350.000 euro. De verhoging blijft van kracht tot 1 januari 2011.

Het kabinet verwacht dat door de verhoging van de NHG banken eerder bereid zullen zijn een lening te verstrekken, omdat het rijk garant staat voor de eventuele restschuld. Meer mensen zouden daardoor een (ander) huis kunnen gaan kopen. Kopers die gebruikmaken van de NHG kunnen van hun bank een lager rentetarief krijgen, op voorwaarde dat ze een deel van hun hypotheek zullen aflossen. Onder de NHG mag niet meer dan 50 procent van de lening aflossingsvrij zijn. Huizenkopers betalen dan eenmalig een percentage van 0,45 procent over het hypotheekbedrag, maar zijn er daarna van verzekerd dat een eventuele restschuld bij een gedwongen verkoop van de woning wordt betaald.

De tijdelijke verhoging van de NHG naar 350.000 euro is uitsluitend van toepassing bij de koop van een woning. Dat heeft minister Van der Laan medio juli afgesproken met het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).

. . . lees verder op Internet

. . . lees verder op Internet


 

Europees Hof steunt Nederland in strijd tegen zwartspaarders

Op 11 juni 2009 heeft het Europees Hof de Belastingdienst in het gelijk gesteld in twee zaken van belastingplichtigen met zwart geld op spaarrekeningen in het buitenland. Een zaak betrof een persoon met een geheime bankrekening bij de
KB-Lux bank in Luxemburg. De andere zaak ging over een belastingplichtige met zwart geld op een bankrekening in Duitsland. In beide zaken heeft de Belastingdienst na ontdekking van deze buitenlandse bankrekeningen navorderingsaanslagen opgelegd over de laatste 12 jaar. De Hoge Raad heeft op 12 maart 2008 aan het Europees Hof de vraag voorgelegd of de Belastingdienst over zoveel jaar terug mag navorderen. Bij verzwegen inkomsten uit Nederland mag namelijk maar over een periode van 5 jaar worden nagevorderd.

Het Europees Hof heeft nu uitgesproken dat deze langere navorderingstermijn is gerechtvaardigd, vanwege de doeltreffendheid van fiscale controles en om belastingfraude te bestrijden. Het is ook gerechtvaardigd om over al die jaren boetes op te leggen in de situatie dat geen sprake is van vrijwillige inkeer.

. . . lees verder op Internet


 

Belastingdienst wint zaak turbotestament

De Hoge Raad heeft de Belastingdienst in het gelijk gesteld in een zaak over het zogenaamde ‘turbotestament’. Volgens de Hoge Raad leidt zo’n testament niet tot de beoogde belastingbesparing en kan het zelfs leiden tot hogere successierechten.
Een zogenaamd “turbotestament” is een versterkte variant van een vruchtgebruiktestament. Bij een turbotestament wordt de langstlevende echtgenoot verplicht om ook zijn eigen helft van de huwelijksgoederengemeenschap aan de nalatenschap toe te voegen. Hij krijgt dan vruchtgebruik van het geheel, dus van beide helften. Deze testamentvorm is erop gericht dat de kinderen bij het eerste overlijden successierecht betalen over de (blote) eigendom van het aandeel van beide ouders en bij het tweede overlijden geen successierecht hoeven te betalen.

De Belastingdienst stelt dat na het tweede overlijden wél successierecht moet worden betaald over de helft van de huwelijksgoederengemeenschap die van de langstlevende echtgenoot afkomstig was. In een medio juni gewezen arrest geeft de Hoge Raad de Belastingdienst hierin gelijk.

. . . lees verder op Internet


 

'Pensioenshoppen' mogelijk voor nabestaanden

Nabestaanden krijgen met terugwerkende kracht (vanaf
21 april 2009) de mogelijkheid om hun nabestaandenpensioen onder te brengen bij een pensioenuitvoerder van hun keuze. Het gaat om nabestaanden met een pensioenovereenkomst waarin een bedrag is opgebouwd, waarmee ze een pensioenuitkering inkopen. Nu kunnen zij dat bedrag alleen gebruiken voor een uitkering bij de eigen pensioenuitvoerder.
De mogelijkheid voor het zogenoemde ‘shoppen’ wordt geregeld in een wet die op 27 juli in het Staatsblad is gepubliceerd. Verzekeraars moeten en pensioenfondsen mogen meewerken aan een verzoek van een nabestaande om over te stappen naar een andere pensioenuitvoerder.
De wet geeft nabestaanden die in de toekomst een nabestaandenpensioen inkopen de mogelijkheid om te shoppen, maar biedt die mogelijkheid ook aan nabestaanden van wie de partner al is overleden en die nog geen nabestaandenpensioen hebben ingekocht.

. . . lees verder op Internet

 

 

 

 

 



Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze digitale nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, sluiten de samenstellers van deze digitale nieuwsbrief iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die op via deze digitale nieuwsbrief beschikbaar is.