De
hardheidsclausule
Lees artikel
|
Fiscale
behandeling van de restschuld bij verkoop woning
Lees artikel
|
Belastingwetgeving
wordt steeds ingewikkelder.
Dat komt omdat er rechtvaardigheid op
de vierkante centimeter wordt nagestreefd. Er wordt een uitzondering
gemaakt of een uitzondering op een uitzondering et cetera. Als de
Belastingdienst vervolgens aanslagen gaat opleggen, blijkt het vaak
allemaal net even anders uit te pakken. De bal ligt dan bij het ministerie
van Financiën dat door middel van besluiten allerlei verzachtingen
aanbrengt. Het gebeurt ook dat een individuele belastingbetaler wordt
geconfronteerd met belastingwetgeving die in zijn bijzondere geval zeer onbillijk
uitpakt. Hiervoor bestaat de zogenaamde hardheidsclausule. Deze geeft een
wettelijke bevoegdheid aan de Belastingdienst om in bijzondere situaties
van de wet af te wijken. Een beroep op deze clausule moet bij het
ministerie van Financiën worden ingediend. Hieronder een aantal
voorbeelden.
Stel iemand moet belasting betalen over bijverdiensten.
Door hoge kosten van schoolgaande kinderen komt de belastingaanslag
bijzonder ongelegen. Dit is geen situatie waarbij een beroep op de
hardheidsclausule kans
van slagen heeft. Met gezinsomstandigheden is in de belastingwet al
rekening gehouden. Stel de verkoper bij een BMW-dealer rijdt in een BMW van
de zaak. Dat is een leuke secundaire arbeidsvoorwaarde, totdat hij op het
loonstrookje ziet hoeveel belasting over de fiscale bijtelling moet worden
betaald. In het verleden is hier een beroep op de hardheidsclausule gedaan.
Zo'n verkoper is door zijn functie min of meer verplicht om in een auto te
rijden met een veel hogere catalogusprijs dan past bij zijn inkomen. Het
ministerie van Financiën heeft echter herhaaldelijk aangegeven dat
dergelijke verzoeken worden afgewezen.
Als een ondernemer zijn eenmanszaak in een BV omzet, moet hij in
principe met de fiscus afrekenen over de in het bedrijf aanwezige goodwill,
de meerwaarde van het pand et cetera.
Als de ondernemer een BV opricht en zijn eenmanszaak daarin onderbrengt,
kan hij ter vermijding van afrekening een beroep doen op de
"geruisloze inbreng". Maar deze regeling geldt niet als de
ondernemer zijn eenmanszaak in een bestaande BV wil onderbrengen. In
bepaalde gevallen geeft de fiscus echter ontheffing van deze eis. Dat is
het geval als de activiteiten van de BV vergelijkbaar zijn met die van de
eenmanszaak.
Pieter woont ongehuwd samen met Marian. Hij
lijdt aan een ernstige ziekte. Op zijn sterfbed zegt hij dat zijn huis naar
Marian moet gaan. Dat is juridisch echter niet geldig. Omdat Pieter geen
testament heeft gemaakt vereft zijn huis naar zijn ouders en broers en zussen,
die het vervolgens aan Marian schenken. Dat betekent volgens de letter van
de wet eerst heffing van successierecht en vervolgens schenkingsrecht tegen
het hoogste tarief. Op basis van de hardheidsclausule wordt in zo'n geval
Marian geacht het vermogen rechtstreeks van Pieter te hebben verkregen.
. . .
terug naar boven
|
Fiscale behandeling van de restschuld bij verkoop woning
De fiscale renteaftrek
heeft bevorderd dat veel mensen hoge schulden zijn aangegaan. Banken en
andere hypotheekverkopers wezen op de immer stijgende huizenprijzen. Wat
zul je je dan druk maken over een hoge schuld als je huis volgend jaar al
weer tienduizenden euro's meer waard zal zijn. Inmiddels is in volle omvang
de schaduwzijde van excessieve woningfinancieringen duidelijk geworden.
Veel woningbezitters zijn in financiële moeilijkheden geraakt. En het komt
steeds vaker voor dat men bij de verkoop van een woning met een restschuld
blijft zitten. Valt daar fiscaal misschien nog iets mee te doen?
De rente voor een lening ter financiering van een eigen woning is
fiscaal aftrekbaar. Als de woning wordt verkocht, moet de hypotheekschuld
worden afgelost. Het zekerheidsrecht dat de bank op de woning heeft,
vervalt dan immers. Als de opbrengst van de woning onvoldoende is, ontstaat
er een restschuld. Als spaargeld ontbreekt, zal er voor dit bedrag een
nieuwe lening moeten worden geregeld. Of deze lening wordt opgenomen bij een
bank of bij familieleden, maakt fiscaal geen verschil. Omdat de woning is
verkocht, is fiscaal geen sprake meer van een woninglening. De schuld valt
in box 3. Je hebt hiervoor geen renteaftrek. Meestal is er in zo'n situatie
sprake van een negatief box 3-vermogen, waar je fiscaal niets aan hebt.
Het maakt geen verschil of de restschuld wordt meegenomen bij de
financiering van een nieuwe woning. Stel dat de bank daartoe bereid is. De
rente over de restschuld is ook dan niet fiscaal aftrekbaar. Enkele onfortuinlijke
woningbezitters hebben bij het ministerie van Financiën gevraagd of de
renteaftrek toch niet kan worden verleend. Als er zich bij de toepassing
van de belastingwet onbillijkheden van overwegende aard voordoen, kan
namelijk een beroep worden gedaan op de zogenaamde hardheidsclausule.
Dergelijke verzoeken worden echter afgewezen als het de financiering van de
restschuld betreft.
Tot slot nog de bijleenregeling. Als een
negatieve overwaarde wordt gerealiseerd, ontstaat er een negatieve
eigenwoningreserve. Deze kan vijf jaar lang worden verrekend met een
positieve eigenwoningreserve. Hiervoor moet de nieuwe woning binnen vijf
jaar worden verkocht voor een bedrag dat meer is dan de schuld voor de
nieuwe woning.
De kans hierop is echter bijzonder klein.
...
terug naar boven
|
|
|
|
|
|
BTW
uit het buitenland terugvragen eenvoudiger
Het wordt voor veel ondernemers makkelijker om BTW
terug te vragen die in rekening is gebracht in een andere Europese
lidstaat. Vanaf 1 januari 2010 kunnen zij deze BTW terugvragen via de
Nederlandse Belastingdienst.
Ook hoeven ondernemers die grensoverschrijdende
diensten aan andere ondernemers verrichten doorgaans geen BTW meer te
factureren. BTW-fraude wordt aan de hand van nieuwe regels scherper
aangepakt.
Er is een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op
de omzetbelasting ingediend bij de Tweede Kamer. Hierdoor hoeven
ondernemers voor het doen van een verzoek om teruggaaf vanaf 1 januari 2010
niet meer in contact te treden met buitenlandse belastingdiensten en wordt
er sneller uitbetaald. Buitenlandse belastingdiensten moeten rente
vergoeden als ze de gestelde termijn niet halen.
Vanaf 2010 wordt de omzetbelasting veelal geheven
op de plaats waar de afnemende ondernemer is gevestigd. Hierdoor hoeft er
doorgaans geen buitenlandse BTW op de factuur in rekening gebracht te
worden. Deze ondernemers dienen periodiek een overzicht bij de
Belastingdienst in van diensten die zij hebben verricht aan buitenlandse
ondernemers.
.
. . lees verder op Internet
|
Bedrijven
kunnen deeltijd-WW aanvragen
Bedrijven kunnen deeltijd-WW aanvragen. Werkgevers
kunnen door deeltijd-WW werknemers behouden, die ze door de crisis anders
zouden moeten ontslaan. De regeling is bedoeld voor bedrijven die voldoende
gezond zijn om door de crisis heen te komen, ondanks een tijdelijk tekort
aan omzet en orders. Veel bedrijven hebben de behoefte om gespecialiseerde
vakkrachten te behouden voor als in de toekomst de vraag weer aantrekt.
De werknemers blijven gedurende de deeltijd-WW in
dienst bij de werkgever. De werknemers hoeven tijdens de deeltijd-WW niet
te solliciteren of een re-integratietraject te volgen.
Tijdens de deeltijd-WW verbruiken werknemers
opgebouwde WW-rechten. Zij bouwen over de gewerkte uren nieuwe rechten op.
Deeltijd-WW wordt in eerste instantie toegekend
voor drie maanden, werkgevers kunnen vervolgens twee keer een verlenging
met zes maanden aanvragen. De deeltijd-WW komt in de plaats van de
bijzondere regeling voor werktijdverkorting, die op 21 maart 2009 is
afgelopen.
.
. . lees verder op Internet
|
EU-Hof:
giften aan buitenlandse doelen aftrekbaar
Giften aan instellingen in andere EU-landen moeten
in principe ook aftrekbaar zijn van de inkomstenbelasting. Het Europees Hof
van Justitie heeft dat recent bepaald. Het Hof vindt beperkingen tot
instellingen in het eigen land 'een in beginsel verboden beperking van het
vrije verkeer van kapitaal.' Als een instelling in een EU-land is erkend
als een organisatie van algemeen nut, mogen andere EU-landen die instelling
niet weigeren alleen omdat die niet op hun grondgebied is gevestigd.
De zaak waar het Hof over oordeelde betrof een Duitser die een
gift in natura ter waarde van ruim 18.000 euro had gedaan aan een Portugees
kinder- en bejaardentehuis. Van de Duitse fiscus mocht hij deze gift niet
aftrekken. Nederland heeft een soortgelijke regeling. Nederlanders mogen alleen
giften aftrekken aan goede doelen die door de Nederlandse belastingdienst
zijn erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Dat gaat bijna
uitsluitend om instellingen in Nederland.
.
. . lees verder op Internet
|
Heffings-
en invorderingsrente 2e kwartaal gedaald naar 3,5%
Het tarief voor de heffingsrente en
invorderingsrente voor het tweede kwartaal van 2009 is vastgesteld op 3,5
procent.
Dit was in het eerste kwartaal nog 4,9%.
Heeft u aan de Belastingdienst een bedrag betaald
op aangifte, maar blijkt bij berekening achteraf dat het bedrag te laag is
geweest? Dan moet u aan de Belastingdienst heffingsrente betalen. De
Belastingdienst berekent de heffingsrente over het midden van het jaar
waarin u de belasting moest betalen tot aan de dag van dagtekening van de
belastingaanslag.
Heeft u aan de Belastingdienst een bedrag betaald
op aangifte, maar blijkt bij berekening achteraf dat het bedrag te hoog
geweest? Dan betaalt de Belastingdienst de heffingsrente aan u. De
Belastingdienst berekent de heffingsrente over het bedrag dat u teveel
betaalde over de periode waarover de Belastingdienst dat teveel betaalde
geld in bezit had.
Invorderingsrente is de rente die u moet betalen
als u een belastingaanslag te laat betaalt. De Belastingdienst berekent de
invorderingsrente over de periode die begint op de eerste dag na de
uiterste betaaldatum en eindigt op de dag vóór de dag dat u betaalt.
.
. . lees verder op Internet
|
Lager
BTW-tarief blijft gehandhaafd
De EU-bewindslieden van Financiën hebben een
akkoord bereikt over producten en diensten die onder het lage btw-tarief
van
6 procent mogen vallen. Het gaat onder andere om
kappers, schilders, glazenwassers, schoenmakers en restaurants.
Een aantal arbeidsinstensieve diensten vielen
tijdelijk al onder het lage btw-tarief. De proef zou echter volgend jaar
aflopen. De EU-landen zijn het nu eens over een definitieve regeling voor
het lage btw-tarief voor kappers, schilders, glazenwassers, schoenmakers en
restaurants. Op verzoek van Nederland en Zweden vallen ook interactieve
leermiddelen, zoals cd-roms, onder de regeling. Ook voor de renovatie van
woningen ouder dan 15 jaar mag het lage btw-tarief worden gerekend.
Mogelijk gaat in de toekomst het lage tarief tevens gelden voor de
renovatie van nieuwere woningen.
. . .
lees verder op Internet
|
|
|
|