Bancaire
lijfrente
Lees artikel
|
Middeling
Lees artikel
|
Vanaf 1
januari 2008 hoeft een lijfrenteverzekering niet meer bij een
verzekeringsmaatschappij te worden afgesloten. Ook banken en
beleggingsinstellingen mogen een oudedagsvoorziening aanbieden met dezelfde
voordelen als een lijfrente. Maar toch werkt het anders en daar kunt u
gebruik van maken.
Het principe is in hoofdlijnen wel hetzelfde als bij de lijfrente.
U stort geld (premie) op een geblokkeerde rekening. Als u jaarruimte en/of
reserveringsruimte heeft, mag u deze inleg aftrekken van uw inkomen in box
1. Daarna is deze spaarrekening niet belast in box 3. Pas bij opname van
het tegoed vindt belastingheffing plaats, in box 1. Als u het bedrag in een
keer opneemt, is dit een afkoop en moet u niet alleen belasting betalen
over het bedrag van de rekening plus het bijgeschreven rendement, maar u
moet daar bovenop ook nog eens 20% revisierente betalen. Het is namelijk de
bedoeling dat het bedrag wordt gebruikt voor een periodieke uitkering. Deze
uitkeringen moeten aan bepaalde eisen voldoen. Deze eisen zijn anders dan
bij een lijfrente.
- Als de uitkeringen ingaan
op het moment dat u als inlegger nog in leven bent, moeten zij
minimaal 20 jaar lopen, verhoogd met het aantal jaren dat u jonger
bent dan 65 jaar. Bij een eerste uitkering na het 64ste jaar mag de
termijn echter minimaal 5 jaar zijn als de jaarlijkse uitkering niet
hoger is dan euro 19.449. De eerste termijn moet op zijn laatst worden
uitgekeerd in het jaar dat u 70 wordt.
- Als de termijnen ingaan
binnen zes maanden nadat uw (gewezen) partner is overleden, mogen zijn
eveneens na 5 jaar stoppen.
- Komt u te overlijden nadat
de termijnen zijn ingegaan (dan staat de hoogte en de looptijd van de
termijnen dus vast), dan vererven de termijnen naar uw erfgenamen. Zij
krijgen dan de rest van de termijnen uitgekeerd.
- Als u als inlegger komt te
overlijden voordat de eerste termijn is uitgekeerd, dan wordt het
tegoed van uw rekening omgezet in termijnen. Deze moeten toekomen aan
een natuurlijk persoon en direct na uw overlijden ingaan. Wie de
gerechtigde is, wordt bepaald door het erfrecht, of u kunt in uw
testament iemand aanwijzen. De minimale duur van de uitkeringen hangt
af van uw familierelatie met de verkrijger en van zijn/haar leeftijd.
Daarbij gelden dezelfde regels als bij een nabestaandenlijfrente.
Komen ze toe aan de partner, dan is de minimale termijn 5 jaar.
Vooral de uitkeringen na uw overlijden zijn wezenlijk anders dan
bij een lijfrente. U moet in uw testament bepalen wie de gerechtigde tot de
uitkeringen na uw overlijden wordt. Als u dat niet doet, komen de termijnen
toe aan uw erfgenamen volgens de wet.
. . .
terug naar boven
|
Het kan zijn
dat u in een bepaald jaar een bijzonder hoog, of juist een bijzonder laag
inkomen in box 1 heeft. U heeft bijvoorbeeld een gouden handdruk ontvangen,
of alimentatie afgekocht. U betaalt dan in dat ene jaar heel veel, of juist
heel weinig belasting. Dan is het niet onwaarschijnlijk dat de
belastingdruk over een aantal jaren genomen, hoger is dan wanneer uw
inkomen gelijkmatig was geweest. Daarvoor is de middelingsregeling in het
leven geroepen. U mag de belasting in box 1 over drie aaneenvolgende jaren
middelen.
Dat werkt als volgt:
- tel van drie
achtereenvolgende belastingjaren uw oorspronkelijke inkomens in box 1
bij elkaar op en deel deze door drie;
- herbereken voor de aldus
verkregen inkomens de verschuldigde belasting, met toepassing van het
voor het desbetreffende jaar geldende schijventarief zonder aftrek van
heffingskortingen;
- bereken het verschil
tussen hetgeen u over de drie jaar vóór en ná middeling aan belasting
verschuldigd bent in box 1 zonder aftrek van heffingskortingen;
- als dat verschil groter is
dan euro 545, krijgt u het meerdere terug.
Voorbeeld
U heeft over 2006 een inkomen van euro 80.000, over 2007 euro 15.000 en
over 2008 euro 20.000. Zonder middeling betaalt u over deze inkomsten euro
34.961 (2006) + euro 5048 (2007)
+ euro 6919, dat is in totaal euro 46.928. Uw herrekende inkomen bedraagt
euro 115.000 / 3 = euro 38.333. Uw belasting bedraagt euro 14.685 (2006) +
euro 14.568 (2007)
+ euro 14.601 (2008), in totaal euro 43.854. Dat is euro 3074 minder dan
zonder herrekening. U moet hier nog euro 545 van af halen en uw teruggave
bedraagt euro 2529.
Middeling gebeurt via een schriftelijk verzoek. U moet dit
indienen binnen 36 maanden nadat de laatste aanslag inkomstenbelasting die
op de bij de middeling betrokken jaren betrekking heeft, onherroepelijk is
komen vast te staan. Bij het verzoek moet u een berekening van de middeling
overleggen.
Na het verstrijken van de genoemde termijn van 36 maanden kunt u om
‘ambtshalve middeling’ verzoeken. Zo’n verzoek wordt nog in behandeling
genomen als u niet meer dan tien maanden te laat bent en de teruggaaf
krachtens de middeling meer dan 10% van de herrekende belasting bedraagt,
met een minimum van euro 681.
Middeling is ook mogelijk voor het jaar waarin u 65 jaar wordt. Voor deze
middelingsberekening wordt ervan uitgegaan dat u de volledige premies voor
de volksverzekeringen betaalt (dus de premies voor mensen die nog geen 65
jaar zijn). Middeling is niet mogelijk voor een jaar dat al eerder in een
middeling is betrokken. En ook niet voor het jaar van overlijden of
emigreren.
...
terug naar boven
|
|
|
|
|
|
Spaargarantie
naar 100.000 Euro
Op dinsdag 7 oktober heeft
minister Bos na afloop van de Raad van de Europese ministers van Financiën
(Ecofin) bekend gemaakt dat Nederland de garantie voor spaargeld voor een
periode van 1 jaar verhoogd naar 100.000 euro per persoon per instelling
zonder eigen risico. In het geval van een en/of rekening van twee personen
geldt dit per persoon. De depositiogarantieregeling op zich is niet
aangepast.
Geld dat op lopende
rekeningen, spaarrekeningen of bijzondere spaarrekeningen zoals
termijndeposito's staat, vallen onder het depositogarantiestelsel. Aandelen
of obligaties aan toonder vallen niet onder het depositogarantiestelsel.
Particulieren en kleine ondernemingen (te weten
ondernemingen die een verkorte balans mogen publiceren) kunnen een beroep
doen op het depositogarantiestelsel.
.
. . lees verder op Internet
|
Minder
regels bij ziekmelden
Vanaf 1 november hoeven werkgevers
werknemers pas in de 42e week ziek te melden. Dit is een van de gevolgen
van de wetswijziging die administratieve lasten bij het ziekmelden van
werknemers vermindert.
Dit blijkt uit een
persbericht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De
grootste verandering is dat werkgevers werknemers niet meer in de 13e week
ziek hoeven te melden. Dit hoeft pas in week 42. Daarnaast vervalt de
hersteldmelding: de werkgever is niet meer wettelijk verplicht de werknemer
beter te melden.
Meldt de werkgever zijn zieke
werknemer te laat aan? Dan riskeert hij een boete van maximaal 455 euro per
werknemer. Op dit moment wordt de verplichte loondoorbetaling voor
werkgevers verlengd voor de periode dat de werkgever te laat was met
ziekmelden.
. . . lees
verder op Internet
|
Fiscale
bonus voor oudere werknemers
Werknemers die na hun 62-ste
aan het werk blijven, krijgen vanaf 2009 een bonus die kan oplopen tot
3.000 à 3.500 euro per jaar. Daar staat tegenover dat 65-plussers met
hogere inkomens vanaf 2011 meer belasting gaan betalen. Over deze
maatregelen is het kabinet in grote lijnen eens geworden. De bonus voor
mensen die na hun 62-ste blijven werken krijgt vorm door een hogere
arbeidskorting en blijft geldig als ze ook na hun 65-ste aan de slag
blijven. Het extra inkomen moet de geleidelijke belastingverhoging
compenseren die het kabinet vanaf 2011 wil invoeren voor mensen met een
aanvullend pensioen van ten minste 18.000 euro. Het betreft mensen die na
1945 zijn geboren. Huidige AOW-ers en mensen die op
1 januari 2011 65 jaar of ouder zijn, worden
ontzien.
De bedoeling is niet alleen om de toekomstige
betaalbaarheid van de AOW veilig te stellen, maar ook om de arbeidsdeelname
van mensen onder de 65 te vergroten.
.
. . lees verder op Internet
|
Verklaring
arbeidsrelatie nu elektronisch aan te vragen
Wilt u een Verklaring arbeidsrelatie (VAR)
aanvragen? Dat kan nu elektronisch. Dat wil zeggen dat u het
aanvraagformulier online kunt invullen en versturen.
U vindt het elektronische formulier op
www.belastingdienst.nl.
U ondertekent met DigiD. Doet u elektronisch
aangifte inkomstenbelasting, dan vindt u het aanvraagformulier ook op het
beveiligde gedeelte van de internetsite van de Belastingdienst. U hebt dan
geen DigiD nodig, maar u kunt gewoon met uw gebruikersnaam en wachtwoord
ondertekenen.
Als u dat wilt, kunt u de VAR ook nog steeds op
papier aanvragen. In dat geval kunt u het aanvraagformulier downloaden of
bestellen bij de BelastingTelefoon.
.
. . lees verder op Internet
|
Heffings-
en invorderingsrente 4e kwartaal gestegen naar 5,45%
Het tarief voor de heffingsrente en
invorderingsrente voor het vierde kwartaal van 2008 is vastgesteld op 5,45
procent.
Dit was in het derde kwartaal 5,15%.
Heeft u aan de Belastingdienst een bedrag betaald
op aangifte, maar blijkt bij berekening achteraf dat het bedrag te laag is
geweest? Dan moet u aan de Belastingdienst heffingsrente betalen. De
Belastingdienst berekent de heffingsrente over het midden van het jaar
waarin u de belasting moest betalen tot aan de dag van dagtekening van de
belastingaanslag.
Heeft u aan de Belastingdienst een bedrag betaald
op aangifte, maar blijkt bij berekening achteraf dat het bedrag te hoog
geweest? Dan betaalt de Belastingdienst de heffingsrente aan u. De
Belastingdienst berekent de heffingsrente over het bedrag dat u teveel
betaalde over de periode waarover de Belastingdienst dat teveel betaalde
geld in bezit had.
Invorderingsrente is de rente die u moet betalen
als u een belastingaanslag te laat betaalt. De Belastingdienst berekent de
invorderingsrente over de periode die begint op de eerste dag na de
uiterste betaaldatum en eindigt op de dag vóór de dag dat u betaalt.
.
. . lees verder op Internet
|
Kilometervergoeding niet omhoog
De kilometervergoeding voor woon-werkverkeer en
zakelijk verkeer gaat niet omhoog. Het kabinet vindt dat de huidige
maximale onbelaste vergoeding van 0,19 cent per kilometer 'een reële grens'
is. Dat heeft staatssecretaris De Jager geschreven in antwoord op
kamervragen van drie VVD-kamerleden. Volgens De Jager biedt de huidige kilometervergoeding
werkgevers de gelegenheid om de variabele kosten in hun geheel onbelast te
vergoeden. 'Uiteraard staat het werkgevers vrij een hogere (belaste)
vergoeding te geven', voegt hij eraan toe.
Een paar weken geleden pleitten zowel vakbond FNV als
werkgeversorganisatie AWVN voor het verhogen van de kilometervergoeding van
0,19 naar 0,22 cent. De huidige onbelaste vergoeding van 0,19 cent per
kilometer is al jaren niet verhoogd, betoogt AWVN (het bedrag geldt sinds 1
januari 2006). Ook stelt de werkgeversorganisatie dat veel werkgevers in de
praktijk voor dienstreizen al een hogere vergoeding betalen.
De Jager wijst erop dat elke verhoging van de onbelaste
kilometervergoeding met één cent ruim 100 miljoen euro derving voor de
schatkist betekent. Een verhoging van de onbelaste kilometervergoeding
verlaagt bovendien de stimulans om weinig kilometers af te leggen en
verlaagt daarmee ook de stimulans om wonen en werk dichter bij elkaar te
brengen. Dit is negatief voor het milieu en de congestie op de weg, aldus
De Jager.
.
. . lees verder op Internet
|
|
|
|
|