Huwelijkse
voorwaarden
Lees artikel
|
Stakingslijfrente
Lees artikel
|
Een
ondernemer had het advies gekregen op huwelijkse voorwaarden te trouwen.
Als hij dan failliet gaat, blijft het vermogen van de echtgenote behouden.
Deze ondernemer vroeg zich af welke fiscale consequenties aan
huwelijke voorwaarden verbonden zijn. In geval van belangrijke fiscale
nadelen zou hij het besluit heroverwegen. In de meeste gevallen hebben
huwelijkse voorwaarden weinig fiscale consequenties. De wet
inkomstenbelasting hanteert het begrip partner. Gehuwden zijn in principe
automatisch fiscaal partner. Ongehuwden zijn fiscaal partner als zij daar
in hun aangifte inkomstenbelasting voor hebben geopteerd. Fiscaal
partnerschap betekent dat bepaalde inkomsten en aftrekposten vrij tussen de
partners mogen worden verdeeld. Als de woning en de woningfinanciering op
naam van de vrouw staat, is zij de rente daarover verschuldigd. Maar in de
aangifte inkomstenbelasting mag de rente desgewenst door de man worden
afgetrokken.
Als man en vrouw op huwelijkse voorwaarden getrouwd zijn en de
vrouw een lening verstrekt aan het bedrijf van de man, is de zogenaamde
terbeschikkingstellingsregeling van toepassing. Normaal gesproken valt zo'n
vordering in box 3 en is 1,2 procent belasting over de waarde verschuldigd.
In geval van de terbeschikkingstellingsregeling wordt de rente belast tegen
het normale inkomstenbelastingtarief. Bij een rente van 6% en een
belastingtarief van 42% komt dit neer op 2,52%. Dat is meer dan tweemaal
zoveel dan in box 3. Hetzelfde geldt als de vrouw een pand verhuurt aan het
bedrijf van de man. De huur na aftrek van kosten is belast tegen het
normale inkomstenbelastingtarief. De wetgever wil met deze regeling
voorkomen dat de man de rente en de huur tegen het normale belastingtarief
aftrekt, terwijl de vrouw slechts 1,2 procent over de waarde betaalt.
Een belangrijk verschil tussen gemeenschap van goederen en
huwelijkse voorwaarden treedt ook op bij overlijden. Als de man overlijdt
is bij gemeenschap van goederen al de helft van het gezamenlijke vermogen
van de vrouw. Daar hoeft dus geen successierecht meer over betaald te
worden. Bij huwelijkse voorwaarden vererft het volledige vermogen van de
man. Als de man rijk is en de vrouw arm betaalt men dus bij huwelijkse
voorwaarden meer successierecht dan bij gemeenschap van goederen. Goed om
te weten is dat huwelijkse voorwaarden kunnen worden opgeheven. Dat kan
effectief zijn om successierechten te besparen.
. . .
terug naar boven
|
Veel ondernemers
beschouwen de zaak als hun pensioen. De fiscus helpt daarbij. Als een
ondernemer bij beëindiging van de onderneming winst maakt, hoeft hij er
geen belasting over te betalen als hij een lijfrente koopt. Er gelden
maxima die afhankelijk zijn van de leeftijd van de ondernemer. Is de
ondernemer 60 jaar of ouder dan is de vrijstelling in 2008 € 417.874. Daar
kun je een aardig pensioen voor kopen.
De lijfrente moet gekocht worden van een professionele verzekeraar
of van degene die de onderneming voortzet. Een professionele verzekeraar
biedt meer zekerheid. Kiest men hiervoor dan moet er natuurlijk wel
liquiditeit zijn. Dat is bij verkoop van ondernemingen niet altijd het
geval, bijvoorbeeld als de koper van de onderneming de koopsom schuldig
blijft. De verkoper zou in zo'n geval toch belasting moeten betalen over de
winst. Om dat te voorkomen kan de lijfrente worden gekocht van de koper van
de onderneming.
Als een ondernemer de zaak overdraagt aan een door hemzelf
opgerichte BV, kan de lijfrente ook van deze BV gekocht worden. De
ondernemer houdt de lijfrente dan in eigen beheer. De Belastingdienst gaat
hier echter niet mee akkoord als de BV de onderneming meteen weer verkoopt.
Het nadeel van een lijfrente bij een verzekeraar is dat bij vroeg
overlijden de erfgenamen met lege handen achterblijven. Om dit risico uit
te sluiten wordt er vaak een zogenaamde contraverzekering gesloten. Dit is
een levensverzekeringsuitkering die het kapitaalverlies met betrekking tot
de lijfrente bij overlijden compenseert. Sinds 1 januari 2008 bestaat voor
dit probleem ook een andere oplossing. Men kan bij de bank een uitkering
kopen die bij overlijden gewoon doorloopt. De uitkering heeft bijvoorbeeld
een looptijd van 20 jaar. Als de ondernemer en zijn echtgenote zijn
overleden, gaat de uitkering over op de nabestaanden. Dit noemt men ook wel
een bancaire lijfrente. Nadeel van een bancaire lijfrente is dat de
uitkering niet levenslang is. Als de ondernemer op zijn zestigste een
bancaire lijfrente met een looptijd van 20 jaar verwerft, krijgt hij tot
zijn tachtigste uitkeringen. Als hij en/of zijn echtgenote dan nog leeft,
valt dat inkomen weg. Een gewone lijfrente kan daarom de voorkeur verdienen
omdat deze levenslang uitkeert.
...
terug naar boven
|
|
|
|
|
|
Inhoudingsplicht
voor dga's in ontwikkeling
De staatssecretaris van
Financiën kondigt oplossingen aan voor problemen rond het beëindigen van de
inhoudingsplicht voor de loonbelasting voor directeuren-grootaandeelhouders
(dga's) per 1 januari 2008. Eén van de belangrijkste problemen is dat
ongeveer 1.600 dga's door de wijziging straks geen recht meer hebben op de
afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk. Daarom is in overleg
met de werkgeversorganisaties en de koepeIorganisaties van
belastingconsulenten en accountants gezocht naar oplossingen.
Inmiddels is een pakket van
maatregelen ontwikkeld dat een aanzienlijke administratieve
lastenverlichting oplevert voor de dga. Bij dit pakket blijft de dga per 1
januari 2009 in de loonbelasting, zodat recht blijft bestaan op de
afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk.
De voorstellen zijn:
- het introduceren van
een vereenvoudigde aangifte loonheffingen voor dga's
- het introduceren van
een systeem waarbij maandaangiften met ongewijzigde gegevens
(bijvoorbeeld bij de dga die elke maand hetzelfde loon opneemt) eerder
kunnen worden ingediend dan nu het geval is
- het introduceren van
een eenvoudiger betalingssysteem, waarbij niet steeds een ander
betalingskenmerk moet worden ingevuld
- de grens verhogen
voor het doen van kwartaalaangifte voor de btw van euro 7.000 naar
euro 15.000 per 1 januari 2009. Hierdoor zullen meer bedrijven (ruw
geschat circa 45.000 extra) per kwartaal in plaats van per maand
aangifte btw gaan doen.
.
. . lees verder op Internet
|
Haal
meer uit uw S&O-verklaring met de octrooibox
Met ingang van 2008 kunnen
bedrijven die een S&O-verklaring hebben, maar die niet in het bezit
zijn van een octrooi of patent, óók gebruik maken van de octrooibox in de
vennootschapsbelasting. Dit levert een aanzienlijk (extra)
belastingvoordeel op. Voor de inkomsten uit deze eigendomsrechten betaalt de
ondernemer namelijk niet het normale vennootschapsbelastingtarief van 25,5
procent maar slechts 10 procent. Voorwaarde is wel dat het bedrijf voor de
vinding, die zij onder wil brengen in de octrooibox, een S&O-verklaring
heeft ontvangen.
Vóór 2008 waren de mogelijkheden van de octrooibox
alleen voorbehouden aan bedrijven met een octrooi, patent, of kwekersrecht.
Ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen kunnen overigens geen
gebruik maken van de octrooibox.
In de octrooibox kunnen één of meer S&O-projecten
worden ingebracht waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven. Niet alle
S&O-projecten waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven komen in
aanmerking voor de octrooibox. Alleen de ontwikkelingsprojecten die in 2008
(of later) worden afgerond en een S&O-activum voortbrengen komen in
aanmerking.
.
. . lees verder op Internet
|
Heffings-
en invorderingsrente 3e kwartaal gestegen naar 5,15%
Het tarief voor de
heffingsrente en invorderingsrente voor het derde kwartaal van 2008 is
vastgesteld op 5,15 procent. Dit was in het tweede kwartaal 4,75%.
Heeft u aan de
Belastingdienst een bedrag betaald op aangifte, maar blijkt bij berekening
achteraf dat het bedrag te laag is geweest? Dan moet u aan de
Belastingdienst heffingsrente betalen. De Belastingdienst berekent de
heffingsrente over het midden van het jaar waarin u de belasting moest
betalen tot aan de dag van dagtekening van de belastingaanslag.
Heeft u aan de
Belastingdienst een bedrag betaald op aangifte, maar blijkt bij berekening
achteraf dat het bedrag te hoog geweest? Dan betaalt de Belastingdienst de
heffingsrente aan u. De Belastingdienst berekent de heffingsrente over het
bedrag dat u teveel betaalde over de periode waarover de Belastingdienst
dat teveel betaalde geld in bezit had.
Invorderingsrente is de rente
die u moet betalen als u een belastingaanslag te laat betaalt. De
Belastingdienst berekent de invorderingsrente over de periode die begint op
de eerste dag na de uiterste betaaldatum en eindigt op de dag vóór de dag
dat u betaalt.
.
. . lees verder op Internet
|
Geen
lokale belastingen voor armlastige ondernemers
Kleine zelfstandigen met een inkomen op
bijstandsniveau hoeven straks minder gemeentelijke belastingen te betalen.
Gemeenten mogen de lokale belastingen in die gevallen kwijtschelden. Dit
hebben de staatssecretarissen Bijleveld (Binnenlandse Zaken) en Aboutaleb
(Sociale Zaken) besloten. Een woordvoerster van het ministerie van Sociale
Zaken heeft een bericht hierover in De Telegraaf bevestigd. Volgende week
sturen de bewindslieden een brief over dit onderwerp naar de Tweede Kamer.
.
. . lees verder op Internet
|
|
|
|
|
|
|