Manvrouwfirma

Lees artikel


 


De ZZP'er

Lees artikel


Manvrouwfirma

Bij veel familiebedrijven werken beide partners mee in de onderneming. Het kan de moeite lonen eens te kijken naar de wijze waarop dat fiscaal het beste kan worden ingekleed. Het gunstigste is in veel gevallen de zogenaamde manvrouwfirma waarbij de partners samenwerken op basis van een firma- of maatschapsovereenkomst.

Allereerst moet de vraag worden beantwoord of de werkzaamheden van de partner meer zijn dan de gebruikelijke onderlinge hand- en spandiensten van echtparen. Hiervan is meestal geen sprake als de werkzaamheden beperkt blijven tot het aannemen van de telefoon en het vergezellen van de ondernemer tijdens recepties e.d. In dat geval is er fiscaal geen ruimte om de partner ten laste van de winst een beloning toe te kennen. Dit criterium is in de praktijk niet altijd duidelijk.

Er zijn drie mogelijkheden om de meewerkende partner fiscaal te belonen: de meewerkaftrek, de meewerkbeloning en de manvrouwfirma. De meewerkaftrek is een vaste aftrekpost die de ondernemer krijgt als de partner meewerkt en geen beloning krijgt. De regering was aanvankelijk van plan deze aftrekpost met ingang van 2008 af te schappen. Maar voorlopig blijft de meewerkaftrek bestaan. Bij de meewerkbeloning betaalt de ondernemer een zakelijke beloning voor het werk dat de partner in de onderneming verricht. Meestal zal de partner in zo'n geval niet formeel bij de ondernemer in dienstbetrekking zijn. In dat geval moet de partner de beloning in zijn of haar belastingaangifte opgeven als bijverdiensten.

De meest verstrekkende samenwerkingsvorm is de manvrouwfirma. Daarbij drijven de partners samen een onderneming en lopen beide de normale ondernemingsrisico's. De fiscus eist dat de partner zich daadwerkelijk als medeondernemer gedraagt, dus praat met de bank, met klanten en mee beslist over investeringen. De firma moet bij de Kamer van Koophandel worden ingeschreven. Als aan deze eisen is voldaan, wordt de partner door de fiscus als ondernemer behandeld. Of de partner ook voor zelfstandigenaftrek, MKB-winstvrijstelling en dotatie oudedagsreserve in aanmerking komt, hangt af van de vraag of aan het zogenaamde urencriterium is voldaan. De partner moet jaarlijks minimaal 1225 uur aan de onderneming besteden. Maar tijdsbesteding telt niet mee als zij plaatsvindt in het kader van een "ongebruikelijk samenwerkingsverband". Een ongebruikelijk samenwerkingsverband is bijvoorbeeld een firma waarbij de man tandarts is en de partner tandartsassistente.

De manvrouwfirma is fiscaal meestal de meest voordelige samenwerkingsvorm tussen partners. Men profiteert daarbij optimaal van afvlakking van het belastingtarief en fiscale voordelen. Of dit allemaal fiscaal haalbaar is, zal door een deskundige moeten worden beoordeeld.

 

. . . terug naar boven



De ZZP'er

Steeds meer mensen beginnen voor zichzelf. Zelfstandig ondernemerschap heeft vele voordelen zoals vrijheid en de mogelijkheid van hogere verdiensten dan in loondienst. De meeste startende ondernemers zijn zogenaamde ZZP'ers. Deze afkorting staat voor zelfstandigen zonder personeel. Omdat er aan het ondernemerschap diverse fiscale voordelen zijn verbonden, beoordeelt de Belastingdienst kritisch of u echt wel ondernemer bent. Men wil voorkomen dat fiscale voordelen toekomen aan personen die niet-rendabele activiteiten inkleden als een onderneming.

Om fiscaal als ondernemer te worden aangemerkt, is inschrijving bij de Kamer van Koophandel en de Belastingdienst beslist onvoldoende. Dat men in de opstartfase nog weinig verdient, is op zich geen bezwaar. Dat is zelfs de normaalste zaak van de wereld. Het gaat erom of er binnen redelijke termijn, naar redelijke verwachting positieve opbrengsten kunnen worden verwacht die iemand in staat stellen ervan te leven. Bij een redelijke termijn kunt u denken aan een jaar of twee. Wat een redelijke verwachting is, is lastiger in te vullen. Het gaat erom dat een buitenstaander, zoals een bankier of accountant, de plannen als kansrijk beoordeelt.

Een probleem van veel ZZP'ers is dat zij slechts voor één opdrachtgever werken. Vaak is dat de ex-werkgever. De Belastingdienst is dan al snel van mening dat er eigenlijk sprake is van een dienstbetrekking. De opdrachtgever loopt in dat geval het risico dat hij ten onrechte geen belasting en sociale premies inhoudt. Om in dergelijke situaties voor rechtszekerheid te zorgen, is de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) in het leven geroepen. De ZZP'er vraagt deze aan, waarbij hij zijn situatie uiteenzet. De fiscus geeft de verklaring af. Daar doet de fiscus meestal niet moeilijk over. Met een kopie van deze verklaring in zijn administratie loopt de opdrachtgever in principe geen risico. Als achteraf blijkt dat de VAR op basis van valse voorwendselen is verkregen, gaat de Belastingdienst de niet geheven belasting en premies halen bij de ZZP'er. Hij loopt dus dit risico.

Essentieel voor het fiscale ondernemerschap is de vraag of de ZZP'er naar meedere opdrachtgevers streeft. Dat kan zowel gelijktijdig als volgtijdelijk. Een voorbeeld van een ondernemer met volgtijdelijk meerdere opdrachtgevers is een interimmanager.

 

... terug naar boven

 

 

 

 

 

Fiscale eindejaarstips voor ondernemers

Aan het einde van het jaar is het tijd voor het treffen van maatregelen om de fiscale positie in 2007 zoveel mogelijk te optimaliseren. De in dit artikel opgenomen eindejaarstips voor de werkgever, de BV/DGA en de eenmanszaak/VOF/CV kunnen u een direct fiscaal voordeel opleveren.

. . . lees verder op Internet


 

BTW uit EU in eigen land verrekenen

Per 1 januari 2010 wordt het voor ondernemers een stuk makkelijker om BTW terug te vragen over aankopen gedaan in een andere lidstaat. Maar wat verandert er nou precies? Op dit moment kan een Nederlandse ondernemer BTW terugkrijgen voor aankopen die hij heeft gedaan in een andere Europese lidstaat. Om de BTW terug te krijgen, moet de ondernemer zich nu nog melden bij de belastingdienst van de betreffende lidstaat. Voor veel ondernemers betekent dit veel administratieve rompslomp om een soms relatief klein bedrag terug te vragen. Ook duurt het vaak lang voordat de andere lidstaat het verzoek heeft afgewikkeld. Op 3 december 2007 is het zogenaamde BTW-pakket aanvaard door de Europese ministers van Financiën. Hiermee wordt het terugvragen van BTW per 1 januari 2010 eenvoudiger.
Een Nederlandse ondernemer kan zijn verzoek tot teruggaaf vanaf deze datum indienen bij de Nederlandse belastingdienst. De Nederlandse belastingdienst neemt vervolgens het administratieve traject voor zijn rekening en stuurt het verzoek door naar de belastingdienst van de lidstaat van teruggaaf. De lidstaat van teruggaaf moet beoordelen of het verzoek ingewilligd wordt en uiteindelijk uitbetalen. Hiervoor krijgt de lidstaat 4 maanden de tijd (als er meer informatie nodig is van de ondernemer, kan deze termijn oplopen tot 8 maanden). Na een positieve beslissing moet de lidstaat snel uitbetalen. Wanneer de betaling te laat wordt gedaan, heeft de ondernemer recht op rente.

. . . lees verder op Internet


 

Lagere belasting voor de BV

Ondernemers met een BV betalen in 2008 minder belasting over de winst van hun onderneming. Dit komt door een daling van het tarief, maar vooral door een verlenging van de belastingschijven. Sinds 2007 zijn er drie belastingschijven in de vennootschapsbelasting (vpb). Vanaf 1 januari 2008 wordt de eerste schijf verlengd van € 25.000 tot € 40.000. De bovengrens van de tweede schijf gaat omhoog naar € 200.000. Daarnaast wordt het tarief van de tweede schijf verlaagd naar 23 procent. Het tarief voor de winst boven € 200.000 blijft gelijk: 25,5 procent.

. . . lees verder op Internet


 

Teruggaaf bijdrage Zvw soms te hoog of ten onrechte vastgesteld

Deze maand is de Belastingdienst begonnen met het terugbetalen van in 2006 te veel ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). Hierbij is gebleken dat voor een aantal werknemers en werkgevers de teruggaaf te hoog of ten onrechte is vastgesteld.
Als u in 2006 gelijktijdig meer werkgevers had, is in dat jaar bij u mogelijk te veel inkomensafhankelijke bijdrage ingehouden. De Belastingdienst heeft berekend of u recht hebt op een teruggaaf. Na de geautomatiseerde berekening bleek dat de loongegevens van sommige werknemers vaker zijn opgenomen in het gegevensbestand. Daardoor leek het alsof zij in 2006 meer werkgevers hadden dan feitelijk het geval was. Ook deze werknemers en hun werkgevers hebben van de Belastingdienst een brief over de teruggaaf ontvangen. Het bedrag van de teruggaaf dat in deze brief staat, is te hoog. Of misschien hebben deze werknemers en werkgevers zelfs helemaal geen recht op een teruggaaf.
Hebt u deze maand een brief over de teruggaaf ontvangen? Als in deze brief twee keer dezelfde werkgever wordt genoemd, dan is de teruggaaf waarschijnlijk onjuist vastgesteld. U hoeft zelf niets te doen met deze brief. De Belastingdienst vraagt uw werkgever(s) om de onjuiste teruggaaf niet te verrekenen via uw loon. In het eerste kwartaal van 2008 stuurt de Belastingdienst u en uw werkgevers een nieuwe brief over de teruggaaf, met het juiste bedrag.

. . . lees verder op Internet


 

Mogelijke fout in voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen

Medio december worden de voorlopige teruggaven inkomstenbelasting/premieheffing 2008 verzonden. De Belastingdienst heeft aangegeven dat bij de vaststelling fouten zijn gemaakt. In sommige gevallen is de aftrek van de eigen woning namelijk ten onrechte in mindering gebracht op het inkomen van beide partners. Hierdoor is het belastbare inkomen van de minstverdienende partner te laag vastgesteld. De betrokkenen ontvangen binnenkort een excuusbrief.
Als gevolg van de fout kunnen zich twee situaties voordoen:

  • De voorlopige teruggaaf is tot een te hoog bedrag vastgesteld. Deze fout wordt door de Belastingdienst hersteld. De betrokkenen ontvangen uiterlijk 11 januari 2008 een herziene voorlopige teruggaaf voor het juiste bedrag.
  • Het vermelde inkomen is te hoog, maar het bedrag van de voorlopige teruggaaf is juist. Omdat het te ontvangen bedrag juist is, ontvangen betrokkenen geen herziening van deze voorlopige teruggaaf.
    Voor beide situaties geldt dat de 1e termijn op tijd, dat wil zeggen rond 15 januari 2008, en voor het juiste bedrag wordt uitbetaald.

. . . lees verder op Internet

 

 

 

 



Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze digitale nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, sluiten de samenstellers van deze digitale nieuwsbrief iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die op via deze digitale nieuwsbrief beschikbaar is.