|
|
De grenzen van de fiscale
aftrek
Een
ondernemer moet belasting betalen over zijn winst. Winst is opbrengst minus
kosten. Voor de meeste kosten is onmiddellijk duidelijk dat ze in aftrek
kunnen worden gebracht. Iemand die handelt in auto's mag natuurlijk de
kosten van de ingekochte auto's aftrekken. Dat behoeft geen betoog. Maar
als diezelfde ondernemer een mooi Italiaans pak koopt met het oog op een
zakelijke receptie, kunnen deze kosten dan ook worden afgetrokken? Zo'n pak
kun je namelijk ook privé gebruiken. Dit is inderdaad een twijfelgeval. In
de wet is expliciet bepaald dat kleding alleen aftrekbaar is als het gaat
om echte werkkleding. Daar valt het Italiaanse pak niet onder. De wet is
echter niet altijd duidelijk.
Sommige
ondernemers zoeken de grenzen van de fiscale aftrekmogelijkheden op. Soms
lukt het, maar soms ook niet. Aan de rand van het ravijn groeien de mooiste
bloemptjes. Zo was er laatst de belastingrechter in Leeuwarden die moest
oordelen over een campingexploitant op de waddeneilanden. Hij had in 1999
vlieglessen gevolgd en wilde de kosten aftrekken van zijn winst. Zijn
boekhouder voelde de bui al hangen en had als bijlage bij de aangifte de
volgende motivatie vermeld: belastingplichtige is steeds op zoek naar
wegen, waarin hij zich kan onderscheiden van de concurrentie. Een van die
wegen leidde tot het volgen van vlieglessen. De bedoeling daarvan was, dat
geïnteresseerden een verkenningsvlucht kunnen boeken voor een rondvlucht
boven Noord-Nederland. Belastingplichtige wil nog proberen het brevet voor
helikopterpiloot te verkrijgen. Het is dan de bedoeling dat er op het
eiland een helikopter zal worden gestationeerd, die bedoeld is voor - onder
andere - het ziekenvervoer.
De inspecteur
ging dwarsliggen waardoor de zaak bij de rechter terechtkwam. De rechter
vond het zakelijke belang te vaag. Het behaalde vliegbrevet gaf niet de
bevoegdheid om op enigerlei wijze beroepsmatig c.q. op commerciële basis te
vliegen. Met andere woorden, de vliegerij was hobby.
De ondernemer
was nog voor een ander anker gaan liggen. Mocht geen sprake zijn van kosten
van de onderneming dan wilde hij de kosten als studiekosten aftrekken. Ook
dat hielp hem niet. De consequentie was dat de ondernemer de aanzienlijke
kosten van de vlieglessen privé moest betalen.
. . . terug naar boven
|
Smartphone, blackberry en
fiscus
Onder
managers worden apparaten als smartphone en blackberry steeds populairder.
Voor de niet-ingewijden kunnen deze apparaten worden omschreven als een
mobiele telefoon met eigenschappen van een computer. Zo kun je er mee
emailen en internetten. Als je vrouw op een terrasje even het toilet
bezoekt, kun je snel even je mail checken of op internet de tussenstand van
Ajax-Feyenoord bekijken. Of dat de kwaliteit van het leven verhoogt, is de
vraag. Maar daar gaan we het in dit artikel niet over hebben.
Met ingang
van 1 januari 2007 mag een werkgever een mobiele telefoon volledig onbelast
verstrekken aan zijn werknemers. De enige eis is dat het toestel en het
abonnement voor minimaal 10 procent zakelijk wordt gebruikt. Dat is
genereus van de fiscus. Het was een van de maatregelen om de
administratieve lasten voor ondernemers te verminderen. In de praktijk rees
onmiddellijk de vraag of ook de smartphone en de blackberry onder deze
soepele regeling konden vallen. Met andere woorden, kan deze apparatuur
worden beschouwd als telefoon of zag de fiscus ze als kleine computertjes
waar je toevallig ook nog mee kunt telefoneren? In het laatste geval zou de
werkgever de apparatuur alleen fiscaal vrij kunnen verstrekken bij een
zakelijk gebruik van ten minste 90 procent. Dat is dus een eis die
aanmerkelijk zwaarder is. Van een privé-gebruik van meer dan 10 procent is
natuurlijk al snel sprake.
De pogingen
van werkgevers en belastingadviseurs om het Ministerie van Financiën te
bewegen tot een soepel standpunt hebben resultaat gehad. Op 29 augustus
heeft het ministerie bekend gemaakt dat de elektronische speeltjes onder
het fiscale regime voor telefoons kunnen worden gerangschikt. Dat is een
zegen voor de praktijk. Een ondernemer hoeft zich nu niet meer door fiscale
beperkingen te laten weerhouden zijn personeel met de modernste
communicatie-apparatuur uit te rusten. Het is goed dat de fiscus de
vooruitgang stimuleert. Of werkgevers nu massaler deze apparaten gaan
verstrekken is natuurlijk de vraag. Dat de kosten aftrekbaar en niet-belast
zijn, is meegenomen. Maar het moet natuurlijk wel betaald worden.
... terug naar boven
|
|
|
|
|
|
Belastingplan 2008:
vennootschaps-, loon- en inkomstenbelasting
Per 1 januari 2008 gaat een lastenverlichting met betrekking tot
het MKB-deel van de vennootschapsbelasting in. Ondernemen wordt fiscaal
aantrekkelijker door de eerste twee schijven en de tarieven aan te passen.
De eerste schijf in de vennootschapsbelasting wordt verlengd van euro
25.000 naar euro 40.000. Dit betekent dat voortaan tot een belastbaar
bedrag van euro 40.000 het laagste tarief van 20% geldt. De tweede schijf
wordt verlengd van euro 60.000 naar euro 200.000. Bovendien gaat het tarief
in deze schijf omlaag van 23,5% naar 23%. Dit betekent dat voortaan bij een
belastbaar bedrag tussen euro 40.000 en euro 200.000 het tarief van 23%
geldt.
Daarnaast wordt het makkelijker om vanuit de ene onderneming
zonder fiscale gevolgen een andere onderneming te starten. In de huidige
situatie kan dit alleen als het beëindigen van de onderneming een direct
gevolg is van ingrijpen door de overheid. Voortaan kan dit ook als de
ondernemer dit vrijwillig doet. Dit voordeel betreft de
IB-ondernemer.
Het loon van een DGA die enig werknemer is van zijn BV is vanaf 1
januari 2008 niet langer belast met loonheffing. Hij hoeft zijn loon alleen
nog maar te verantwoorden in de aangifte inkomstenbelasting. Zijn er andere
werknemers in dienst, dan wordt het loon van de DGA wel in de loonheffing
betrokken. Er wordt een keer per jaar (op 1 januari) bepaald of er andere
werknemers in dienst zijn. De situatie op deze peildatum is beslissend voor
de vraag of het loon van de DGA dat jaar onder de loonheffing of onder de
inkomstenbelasting valt.
.
. . lees verder op Internet
|
Belastingplan 2008:
overzicht van budgettaire en koopkrachtmaatregelen
Het belastingplan 2008 zet een belangrijke eerste stap in het
vertalen van fiscale ambities van het kabinet in concrete maatregelen. De
belangrijkste maatregelen leest u hieronder.
Er wordt een maximum
van euro
185.000 gesteld aan het pensioengevend loon voor fiscaal gefacilieerde
pensioenregelingen voor werknemers. De maatregel houdt in dat de
‘omkeerregel’ (aanspraken vrijgesteld, uitkeringen belast) niet langer van
toepassing is boven de euro 185.000. De pensioenopbouw boven de grens wordt
dan hetzelfde behandeld als ander vermogen. Het blijft mogelijk om een deel
van het inkomen boven die grens opzij te zetten, maar zonder fiscale
ondersteuning. De maatregel treedt in werking op 1 januari 2009. Bestaande
pensioenaanspraken boven de euro 185.000 van vóór deze datum
blijven gerespecteerd.
Het
eigenwoningforfait kent op dit moment een plafond van
euro
9.150. Dit correspondeert met een WOZ-waarde van
euro
1.663.636. Woningen met een WOZ-waarde boven dat bedrag, betalen nu
allemaal hetzelfde vaste maximum. Vanaf
1 januari 2009 wordt dit plafond losgelaten, waardoor het
eigenwoningforfait bij hogere waarde oploopt. Daarnaast wordt een hoger
percentage van 2,35 procent ingevoerd ter vaststelling van het
eigenwoningforfait voor woningen met een WOZ-waarde hoger dan 1 miljoen
euro, maar alleen voor het deel van de waarde dat uitgaat boven de euro 1
miljoen.
.
. . lees verder op Internet
|
Voor studenten en
scholieren kan kwartaal als loontijdvak in aanmerking worden genomen
Voor studenten en scholieren kan een kwartaal als loontijdvak in
aanmerking worden genomen. Door een kwartaal als loontijdvak in aanmerking
te nemen wordt een kwart van de jaarlijkse algemene heffingskorting en
arbeidskorting benut, waardoor in de regel niet of nauwelijks loonheffing
ingehouden hoeft te worden. Hierdoor wordt in veel gevallen voorkomen dat
de student of scholier een T-biljet moet indienen om de ingehouden
loonheffing terug te vragen.
.
. . lees verder op Internet
|
Aanvragen
eigenrisicodragerschap WGA vóór 2 oktober
Wilt u vanaf
1 januari 2008 eigenrisicodrager voor de WGA worden? Dan moet uw
aanvraagformulier vóór 2 oktober bij de Belastingdienst binnen zijn.
Als u
eigenrisicodrager wordt voor de WGA, draagt u zelf het risico dat u
maximaal 10 jaar de WGA-uitkering moet betalen voor een werknemer die
gedeeltelijk arbeidsgeschikt wordt. Of u verzekert dit risico geheel of
gedeeltelijk particulier. Als eigenrisicodrager betaalt u geen
gedifferentieerde WGA-premie. Om eigenrisicodrager voor de WGA te worden,
moet u aan de volgende twee voorwaarden voldoen:
- U beschikt over een garantieverklaring van
een erkende kredietinstelling of een erkende verzekeraar
- U bent in de 3
jaar voor de ingangsdatum niet al eerder eigenrisicodrager voor de WGA
geweest.
Als u uw
aanvraag heeft ingediend, ontvangt u een beschikking van de
Belastingdienst.
.
. . lees verder op Internet
|
|
|
|
|
|
|