Kunst is een
conjunctuurgevoelige belegging. De historie leert dat als de economie op
volle toeren draait en de aandelenkoersen op weg zijn naar nieuwe records,
de belangstelling voor kunst groot is. De vraag of kunst een goede
belegging is, kan niet met een simpel ja of nee worden beantwoord. Er zijn
kenners die erin slagen de juiste stukken aan te kopen en op het juiste
moment met winst te verkopen. De meeste kunstliefhebbers moeten het doen
met immaterieel genot. Maar hoe wordt kunst door de fiscus behandeld?
Een
professionele kunsthandelaar die kunst verwerft en verkoopt in het kader
van zijn onderneming, wordt gewoon belast voor de daarmee behaalde
resultaten. In dit artikel behandelen we de particulier. Voor hem valt
kunst in box 3, samen met het spaargeld en de beleggingen. In box 3 is er
een vrijstelling voor zogenaamde roerende zaken in eigen gebruik. Denk maar
aan de auto. Ook kunst valt hier in de meeste gevallen onder.
De wet kent
ook nog een speciale vrijstelling voor voorwerpen van kunst en wetenschap.
Deze zijn vrijgesteld, tenzij ze hoofdzakelijk als belegging worden
aangehouden. Voor de vrijstelling is het geen probleem als de
kunstvoorwerpen aan een museum ter beschikking worden gesteld. Voor alle
duidelijkheid vermeldt de wet dat het enkele feit dat kunstvoorwerpen tot
een verzameling behoren, niet betekent dat ze als belegging worden
aangemerkt.
Dat kunst in
z'n algemeenheid is vrijgesteld is maar goed ook. Stel voor dat jaarlijks
1,2 procent inkomstenbelasting moet worden betaald over een verzameling
Haagse meesters. Ze leveren immers geen rente of dividend op.
Veel
kunstbezitters willen dat de kunstverzameling na hun overlijden in stand
blijft. Het is niet de bedoeling dat de erfgenamen de topstukken of
desnoods de hele verzameling te gelde maken. Een manier om dat te bereiken
is de verzameling onder te brengen in een stichting. De stichting geeft
certificaten uit aan de oorspronkelijke eigenaar en/of zijn toekomstige
erfgenamen. De certificaathouders hebben geen zeggenschap over de
verzameling. Deze is in handen van het bestuur van de stichting.
Deze route is vanuit fiscaal oogpunt echter
niet aan te raden. Het kost namelijk de vrijstelling in box 3. De
certificaten zijn gewoon belast. De wetgever zou hier iets aan moeten doen.
Het is fiscaal slimmer om de verzameling onder te brengen in een museum.
Dat kan men construeren als een fiscaal aftrekbare schenking. Bovendien
leidt overlijden van de oorspronkelijke eigenaar dan niet tot
successieheffing over de verzameling.
... terug naar boven
|